Test 

Karakteristieken van de fasen 2 t/m 5, de fasen waar wij ons als moderne mensen overwegend in bevinden.

Fase 2 'De oude groep'

Afhankelijkheid van de groep waartoe je behoort en van andere mensen. Hun mening telt het meest. Weinig of geen leiding aan zichzelf kunnen geven. Regels, opdrachten of aanwijzingen van buitenaf nodig hebben om goed te kunnen functioneren.

Fase 3 'De ik-persoon'

Je kunt op jezelf staan, in je eigen persoonlijkheid. Je eigen gedachten formuleren. Een eigen mening hebben. Je bent je bewust van je eigen gevoelens en je wil. Op deze wijze handhaaf je jezelf ten opzichte van andere mensen, autoriteiten en de groep. Dit is wie ik ben en wat ik kan! En dat willen laten zien. Behoefte gezien te worden.

Fase 4 'De transformatie'

Alles wordt een vraag. gevoel van crisis. Reflectie op eigen en andermans gedachten en handelingen. Traditionele antwoorden en meningen van anderen en de groep werken niet langer. Diepe behoefte het leven te leren kennen: Waar gaat het in het leven om? Maar vooral: Wie bén ik eigenlijk? Waarom ben ik hier? Door een of meerdere crises heengaan. Zoeken naar essentie.

Fase 5 'Het spirituele Zelf'

Verdieping van fase 4. Continue reflectie op en werken aan zichzelf en de relatie met andere mensen. Bewustwording wat je inspireert en motiveert – wat je eigen waarden, principes en missie zijn. En daar vanuit leven en werken. Zo leer je door middel van deze innerlijke, geestelijke activiteit vanuit de diepere lagen in je innerlijk te leven. Behoefte aan diepgang en spiritualiteit.

Uitgebreidere informatie over de verschillende fasen, voorbeelden en toepassingen, vind je in de rubriek Fasenmodel.

« terug