Problemen in relaties 

Hoe kom je tot werkelijk contact met een ander mens?  

Margarete van den Brink

Met elkaar leven en samenwerken lijkt met de dag moeilijker te worden. Voor je het weet is er sprake van een misverstand of een conflict. Eén op de drie huwelijken eindigt tegenwoordig in een scheiding. In partnerrelaties ligt dat aantal zelfs nog hoger. Als je de betrokkenen vraagt waarom ze uit elkaar gaan, zeggen ze: ‘We kunnen elkaar niet bereiken' of ‘We begrijpen elkaar niet'. De kloof tussen hen blijkt zo groot, dat ze geen verbinding meer met elkaar beleven en geen idee hebben hoe ze de afgrond tussen hen kunnen overbruggen.

Waarom is het contact van mens tot mens tegenwoordig zo'n probleem?

De reden is, dat wij mensen evolutionair gezien in een nieuwe ontwikkelingsfase gekomen zijn.

Want niet alleen persoonlijk, maar ook als mensheid maken wij op aarde ontwikkeling door. Die ontwikkeling verloopt in fasen. In ieder van die mensheidsfasen verandert de verhouding tussen mensen. En elk van hen vraagt om een andere wijze van omgang met elkaar.

Wat is er aan de gang?

Groepsmens

Niet zo lang geleden bestonden de problemen zoals wij die tegenwoordig kennen, nog niet zo sterk. In de tijd van onze grootouders en daarvoor maakten mensen veel gemakkelijker contact met elkaar en voelden zij zich haast vanzelfsprekend met elkaar verbonden.

De reden daarvan is, dat zij nog niet zo geïndividualiseerd waren als wij in onze tijd. De mensen waren nog veel meer groepsmensen. Dat wil zeggen innerlijk verbonden met de leden van de groep waartoe men behoorde: de eigen familie, de eigen geloofsgroep, de dorpsgemeenschap en dergelijke.

Omdat hun eigen ik-bewustzijn nog niet zo wakker was, werden zij in hun denken, hun belevingen en in hun doen en laten, sterk bepaald door het traditionele denken en de waarden en normen van de groep waartoe men behoorde. Zoals de anderen over de dingen dachten, zo dacht jij als enkeling meestal ook.

Ik-ontwikkeling

In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam in die toestand geleidelijk verandering. Niet langer was de naam van je familie (‘van wie ben jij er eentje?') en het beroep van je vader belangrijk, maar je eigen voornaam: Ineke of Tom. Het laat zien, dat het persoonlijke element een rol ging spelen.
In de mensheidsgeschiedenis werd op het evolutionaire vlak het eigen persoonlijkheids- of ik-bewustzijn wakker. De ik-ontwikkeling maakt dat mensen zich meer als een persoon op zich, als een individu, gaan beleven die zich ook los van de (familie)groep kan handhaven en het eigen leven vorm kan geven.

Dit leidt er toe, dat het eigen denken, het eigen gevoel en het eigen willen en handelen, een centrale rol gaat spelen. Mensen worden ‘mondig'. Ze krijgen een eigen mening, hebben hun eigen standpunten, beleven de dingen anders dan de anderen en willen vooral vrij zijn. Dat wil zeggen zélf keuzes kunnen maken en zelf verantwoordelijkheid dragen.

Ingrijpende veranderingen

Op het gebied van het sociale, relationele aspect tussen mensen, bracht de ik-ontwikkeling zeer ingrijpende veranderingen teweeg. De eerste is, dat je als enkeling steeds meer ingekapseld raakt in jezelf. Dat wil zeggen niet langer automatisch denkt en voelt als de anderen, maar als individueel mens steeds meer in je eigen voorstellingen, opvattingen, verwachtingen, gevoelens en manieren van doen gaat leven.

De tweede verandering maakt dat je door die inkapseling in je eigen ik steeds meer afgesloten raakt van de mensen om je heen, inclusief de mensen waarmee je een (familie)groep vormt.

Het gevolg van deze veranderingen is, dat de verbinding met een andere mens en elkaar verstaan niet langer vanzelfsprekend is. Integendeel, door dit individualiseringsproces wordt de kloof tussen de een en de ander steeds groter. Dat zie je vooral in de westerse wereld gebeuren, maar wie oplet ziet hetzelfde proces ook aan de gang in andere delen van de wereld.

Ego-ik

Het ik waar we hier over spreken noemen we het ego-ik. Het ego-ik is het op zichzelf gerichte en op zichzelf betrokken deel van het ik. Dit ego-ik hebben we nodig om een individu op zich te kunnen worden. Individu zijn, ik-mens zijn, is op zich weer een voorwaarde om drager te kunnen worden van de innerlijke geest: het geestelijke zelf, ons werkelijke, ware wezen. Ook wel het hogere ik of geestzelf genoemd.

Vandaar dat het proces van individualisering, van ik-wording, waar we tegenwoordig zo sterk mee te maken heben, een belangrijk onderdeel vormt van onze menselijke evolutie.

Om zijn doel te kunnen bereiken is dit ego-ik noodzakelijkerwijs egocentrisch van aard. En dus niet sociaal. Als ego-ik-mens wil je naar je toe te halen - je wilt hébben. Voortdurend plaats je jezelf in het centrum van de aandacht. Door je ego-ik draait alles om jou, om jouw gevoelens, waarnemingen, vragen, meningen, wensen, etc. en om hoe jij het wil en om wat jij wilt bereiken.

Een ieder die open en eerlijk naar zichzelf kijkt zal dat herkennen.

Geestelijke zelf

Met deze geleidelijk aan toenemende manifestatie van het ego-ik in de jaren zestig van de vorige eeuw deed zich echter nog een andere ontwikkeling voor. Want wederom trad er een nieuwe evolutionaire fase in. Die nieuwe fase houdt in, dat in het ik, het persoonlijkheids-ik, waar het ego-ik deel van uitmaakt, het geestelijke zelf geboren wil worden, onze werkelijke geestelijke kern. De mens die we in diepste wezen zijn.

De kenmerken van het geestelijke zelf zijn: omvattend bewustzijn, waarachtigheid, gerechtigheid, betrokkenheid op alles wat leeft, vrijheid en liefde. Verbinding dus vanuit bewustzijn. Die eigenschappen bezit het geestelijke zelf, omdat het deel uitmaakt van het goddelijke: de Heilige Geest die van Christus uitgaat. Vandaar dat de kern van het hogere zelf actief, scheppend, alomvattend bewustzijn is, dat ons vrij kan maken en vandaaruit nieuwe verbindingen kan scheppen tussen mensen.

Ik gebruik het woord ‘kan' omdat deze goddelijk-geestelijke bewustzijnskracht ons nog niet eigen is. We ‘bezitten' haar nog niet. Ze leeft als mogelijkheid in ons, maar we moeten haar zelf – door werk aan onszelf – stap voor stap bewust tot ontwikkeling en werking brengen. Met die opgave zijn we in onze tijd volop bezig.

Crisis

Als gevolg van al deze nieuwe ontwikkelingen en gebeurtenissen, met name door het wakker worden van ons innerlijke geestelijke zelf, komen mensen meer en meer in een existentiële crisis terecht. Ze lopen vast, voelen zich opgesloten in zichzelf en ervaren hun bestaan als leeg. Ze zien hun relaties door conflicten uiteenvallen en weten de weg in het leven niet meer.

Tegelijkertijd stijgen uit de diepte van hun innerlijk fundamentele vragen op als ‘Waar gaat het in het leven om? Waar komen we vandaan? Waar gaan we naar toe? Wie ben ik eigenlijk? Waarom leef ik op aarde?'

Vragen, waarin de stem van het hogere, geestelijke zelf doorheen klinkt. Het laat van zich horen, omdat het gekend, herkend en opgenomen wil worden, zodat het deel kan uitmaken van ons ik, van onze persoonlijkheid. En daarmee van ons toekomstige menszijn.

Gecompliceerde relaties

Al deze nieuwe ontwikkelingen maken echter dat in onze tijd de relaties met andere mensen uitermate gecompliceerd geworden zijn. Waarom ? Omdat we er onbewust van uitgaan dat de ander ons vanzelfsprekend aanvoelt en begrijpt. Als dat niet het geval is, zijn we verbijsterd of kwaad. Wíl hij of zij mij soms niet begrijpen? Zo wordt de eerste stap gezet naar misverstand, wantrouwen en conflict.

Waarom gaat het hier verkeerd? Het gaat mis, omdat wij in ons contact met andere mensen nog altijd uitgaan van die oude groepsfase waarin wederzijds begrip veel vanzelfsprekender is.

Wat we ons onvoldoende realiseren is dat wij in onze tijd van individualisering en ik-ontwikkeling niet alleen meer en meer opgesloten raken in onszelf en afgesloten van de ander, maar ook qua persoonlijkheid sterk van elkaar gaan verschillen. Dat betekent dat het vanzelfsprekende elkaar begrijpen zal ophouden en zal gaan verdwijnen. Ja, het zal zelfs zo worden dat elkaar niet kunnen bereiken en begrijpen de gangbare toestand tussen mensen wordt!

Behoefte aan werkelijk contact

Tezelfdertijd wordt de behoefte aan werkelijk contact met de andere mens met de dag groter. Niet alleen vanwege de toenemende eenzaamheid, maar ook omdat mensen op grond van de vragen die in hen leven, diepe behoefte hebben aan reflectie. Ze willen naar binnen keren in het eigen innerlijk en de ervaringen, gevoelens, gedachten, vragen en verlangens, die daar leven, bewust worden en leren kennen. Met andere woorden, ze willen de brug creëren naar hun diepere geestelijke kern. Om dan vanuit een verdiept inzicht bewuster met zichzelf, het leven en andere mensen om te gaan.

Dit proces van verinnerlijking dat in ons aan de gang is, zorgt er voor dat we bij diepere lagen in onszelf willen komen en vandaaruit willen leven.

Hoe krijg je nu verbinding met dat wat in je leeft en bewust wil worden?

Werkelijk gesprek

Die verbinding krijg je in een werkelijk gesprek. In een gesprek met jezelf bijvoorbeeld. Vandaar dat het bijhouden van een dagboek hier goed werkt. Maar bovenal is er behoefte aan echt gesprek met een ander mens. Een ander mens, die in zijn of haar hart ruimte voor je maakt, goede vragen stelt en die werkelijk luistert. Gebeurt dat, dan kun je naar binnen keren, voelen en denken wat daar leeft en dat uitspreken. Zo leer je niet alleen jezelf kennen, maar wordt – en dat is het bijzondere – ook je innerlijke geestelijke zelf gewekt. Dat merk je dan ook. Want na zo'n gesprek voel je je harmonischer, vrijer, blijer en innerlijk krachtiger. Gevoelens die kenmerkend zijn voor het kontakt met je innerlijke geest. Het laat zien dat er in je innerlijk iets van een transformatie heeft plaatsgehad. De nieuwe gevoelens geven aan dat er iets meer kracht van je geest in je ik werkt.

Ooit, in de verre toekomst, zal ons ego-ik op zo'n wijze stap voor stap geheel en al getransformeerd zijn in de geestkracht van het hogere zelf.

Het voorgaande maakt duidelijk waarom in onze tijd, waarin het geestelijke element in ons geboren wil worden, de diepe behoefte aan werkelijk contact met de dag sterker wordt. En zo komen we weer bij de problemen waar mensen tegenwoordig in relaties mee te kampen hebben.

Aan de ene kant leidt ons ego-ik er toe dat we opgesloten raken in onszelf en wordt de kloof naar de ander steeds groter. Aan de andere kant snakken we naar werkelijk contact. Onbewust voelen en weten we dat de ander ons kan helpen innerlijk geestelijk geboren te worden. Net zoals we gaandeweg gaan beseffen dat wij op onze beurt van betekenis kunnen zijn voor de ander. Waarom gebeurt dat dan niet?

Hoe komen we verder?

Willen wij mensen met elkaar verder komen dan moeten we in de eerste plaats begrijpen wat er op het gebied van de tussenmenselijke relaties in onze tijd aan de hand is. Want alleen als je de verschijnselen kent en begrijpt, kun je bewust keuzes maken en daarnaar handelen.

In de tweede plaats moet je inzien hoe je meestal automatisch vanuit je ego-ik met andere mensen omgaat. Scherp gesteld zul je dan moeten toegeven, dat je meestal alleen in een ander mens geïnteresseerd bent als deze iets heeft waar jij wat aan hebt. Met andere woorden: je gaat op deze mens in, omdat hij of zij interessante gedachten heeft, er leuk uitziet, gevoelens in je oproept die prettig zijn of omdat deze iets heeft of doet, waar jij mogelijk voordeel van zou kunnen hebben.

De ander is dus belangrijk voor zover zij of hij jou wat te geven heeft. Is dat niet zo, dan heb je eigenlijk geen belangstelling.

Je kunt stellen dat die houding in 98% van de kontakten tussen mensen speelt. Een dergelijk kontakt levert echter geen werkelijke verbinding op. De ander voelt zich meestal niet gezien, gehoord en gekend. De hoop daarop blijkt vergeefs geweest te zijn en slaat om in teleurstelling. Jij op jouw beurt beleeft in je gevoelens van sympathie en antipathie naar de ander in feite alleen jezelf. Er gebeurt dus niets. De kloof blijft bestaan.

De stap naar werkelijk contact

Werkelijk contact ontstaat door twee activiteiten. De ene is je bewust te zijn van de neigingen en eenzijdigheden van je eigen ego-ik, en deze te leren beheren en hanteren.

De andere is dat je je op een vrije manier vanuit je hart en je hoofd leert openstellen naar de ander vanuit een vrije interesse in haar of hem als mens. Die interesse en betrokkenheid maakt dat je de ander wilt horen of leren kennen en je deze de gelegenheid wilt geven zich uit te spreken.

In zo'n gesprek gebruik je je eigen denken om het denken van de ander te begrijpen en je gevoel om je in te leven in diens gevoelens en ervaringen. Met je wil tast je af wat die ander eigenlijk wil.

De ander zal innerlijk echter pas opengaan als deze in het kontakt met jou een sfeer van vrijlatende betrokkenheid beleeft en voelt dat zij of hij mag zijn zoals deze is.

Door er zo voor de ander te zijn, door te luisteren naar wat deze zegt en dat in je innerlijk op te nemen, door vragen te stellen, het vertelde samen te vatten, en in wisselwerking met elkaar nieuwe inzichten te vormen, ontstaat op een heel nieuwe manier een brug naar de andere mens. Een brug gebouwd door de verbindende bewustzijnskracht van je innerlijke geest.

Want door het terughouden van je ego-ik en het bewust inzetten van je gevoel, je hart, je denken en door je bewust gericht zijn op de ander, kan je geestelijke zelf aanwezig zijn en wordt werkelijk contact met de ander mogelijk.

Ieder mens die je op deze wijze ontmoet is je daar ten diepste dankbaar voor. Want in een dergelijke echte ontmoeting stroomt in de ander een gevoel van vervulling binnen, van vrede, harmonie en ordening. Zij of hij voelt dat er innerlijk iets is gebeurd. Er is iets helderder en krachtiger geworden. Vandaar dat mensen je vaak bedanken na zo'n gesprek.

Tot je eigen verbazing merk je dat ook in jou als luisteraar iets is veranderd. Ook jij voelt dat er door zo'n gesprek meer vrede en innerlijke kracht in je leeft.

Maar er is nog meer. Door zo'n gesprek voel je je als spreker én als luisteraar - hoe verschillend je ook van elkaar bent en wat je inhoudelijk ook met elkaar uitgewisseld hebt – op een nieuwe, vrije wijze met elkaar verbonden.

De geest, die in deze ontmoeting aan beide zijden werd gewekt, blijkt niet alleen in jou en in de ander gewerkt te hebben, maar ook tussen jullie.

Daar creëerde hij voor een korte periode een vrije verbinding die zijn basis heeft in begrip, betrokkenheid en warmte. Een verbinding die een gevoel van geestelijke voeding geeft.

Er is dan even werkelijk contact van mens tot mens ontstaan.

 

naar boven