Christus en de wetmatigheden van het Karma 

Door Margarete van den Brink

We zijn mensen in ontwikkeling. We leven ons leven op aarde met het doel stap voor stap, in de loop van steeds weer nieuwe incarnaties, vrije, zelfstandige en zelfbewuste individuen te worden in wie de hoge goddelijke bewustzijns- en liefdekrachten, ons hogere geestelijke Zelf, steeds meer tot uitdrukking komen.

Van die weg hebben wij inmiddels een groot deel afgelegd, maar hebben nog wel een heel stuk te gaan. In onze tijd leven wij voor het grootste deel nog in de fase van de ontwikkeling van ons gewone ik, ons persoonlijkheids –ik, ook het 'ego' genoemd. Dit ego is, in tegenstelling tot ons hogere ik, ons geestelijke Zelf, nog heel weinig bewust van het eigen handelen en de gevolgen die dat voor de omgeving heeft. Dat komt omdat we nog voornamelijk op onszelf betrokken zijn, 'ego-centrisch' zijn.

Vervuiling door ego-gedrag

Met dit onbewuste ego-gedrag richten we aan het leven op aarde en in de kosmos schade aan. Je kunt de uitwerking van deze onbewuste, negatief uitwerkende daden vergelijken met de schade die bijvoorbeeld giftige chemische stoffen in de natuur veroorzaken. En net zoals op het aardse vlak de milieu-verontreiniging ongedaan moet worden gemaakt, moet ook op geestelijk gebied de schade die wij dagelijks, ieder moment van de dag, aanrichten worden hersteld.

Zou dat niet gebeuren dan zou er, door opeenhoping van al die negatieve energie, met name in de sfeer van de levenskrachten, het etherische, zoveel vernietigd worden, dat het leven op aarde niet langer mogelijk zou zijn. Wij mensen zouden dan niet meer op aarde kunnen incarneren, en er geen ontwikkelingsweg meer kunnen gaan. Dat zou het einde betekenen van onze menselijke evolutie.

Om die schade te vereffenen en op te kunnen heffen, maar zó dat wij mensen daar tegelijkertijd een ontwikkeling aan doormaken, is door de goddelijk leiding de wet van karma en reincarnatie ingesteld. Met goddelijke leiding bedoel ik de Drie-enig God: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest en de hoge geestelijke Engelenhierarchieën waar zij mee samenwerken. Als goddelijke machten die de basis vormen van de schepping en de evolutie kennen zij uiteraard het hoge doel waar wij mensen naar op weg zijn en leiden en dragen ons daarin.

Hoe werkt de wet van Karma en reïncarnatie?

We krijgen daar het beste toegang toe als we kijken wat er gebeurt als mensen sterven. De esoterische traditie vertelt dat op het moment dat wij sterven de geestelijke wereld of hemelwereld voor ons opengaat en ineens, in heel zijn volheid, ons afgelopen leven voor ons staat.

We staan dan niet alleen oog in oog met ons leven zoals het zich in de loop van de tijd heeft afgespeeld, maar ook met onze daden, en de gevolgen die deze hadden in de wereld. Want alles wat wij op aarde zeggen, voelen, denken en doen, al onze daden dus, hebben een bepaalde uitwerking. Zowel op onszelf, als op onze medemensen, de natuur en de kosmos.

Op geestelijk gebied is alles met alles verbonden en heeft daarom direct invloed op elkaar. Goede gedachten, positieve gevoelens, dingen die we weloverwogen doen en die niet alleen ons eigen belang, maar ook het algemeen belang dienen, werken helend, gezondmakend en levenskracht schenkend. Negatieve emoties, gedachten, daden en egoïsme daarentegen, breken af en brengen op alle gebieden van het leven schade toe.

Terugblik op het leven met 'het Wezen van licht'

In het leven na de dood, zo zegt de christelijke esoterie, kijken wij terug op ons afgelopen leven en krijgen vragen voorgelegd:
Wat is er gebeurd? Hoe ben ik met de opgaven en de mensen waar ik in mijn leven mee te maken kreeg, omgegaan? Wat ging er waar goed? Waar heb ik gefaald? Waar heb ik de opgaven die er lagen, verslapen? Wat heb ik geleerd? Wat moet in de toekomst anders? Wat moet ik nog ontwikkelen?

Mensen die een bijna-dood ervaring hadden en korte tijd 'aan de andere kant' verbleven, vertellen dat deze direct na de dood optredende terugblik op het afgelopen leven, plaatsvindt in de omhulling van een geestelijk wezen. Een geestelijk wezen waar een onvoorstelbaar grote, onvoorwaardelijke liefde van uitgaat. Dat geestelijk wezen wordt vaak 'het Wezen van licht' genoemd omdat er zoveel licht én liefde van uitgaat. Naar dit wezen van licht en liefde wordt de gestorvene automatisch toe getrokken.

In het boek dat Hans Stolp en ik schreven Omgaan met gestorvenen, leven voorbij de dood, geven mensen een beschrijving van dit 'Wezen van licht'. Elaine Winner, een vrouw die aan een beroerte 'stierf' vertelt daarover het volgende:

'Toen ik dichter bij het licht kwam, voelde ik de onvoorstelbare liefde die het licht uitstraalde. Ik voelde begrip, ik voelde vergiffenis, en ik voelde zoveel anders tegelijkertijd. Als je je de liefde indenkt van die ene persoon die jou meer dan wie ook ter wereld liefheeft, kun je deze liefde (van het licht) nog niet daarmee vergelijken. Deze liefde was zó totaal, zó volledig, ik kon er niet bij'.

Opvallend is dat een ieder die bij een bijna-dood ervaring een dergelijke terugblik op haar of zijn leven heeft, meldt dat het 'Wezen van licht' nooit oordeelt in veroordelende zin en hen al de tijd dat de terugblik duurt, met zijn liefde omhult zodat zij ook het negatieve dat zij deden, kunnen dragen. Het gaat het 'Wezen van licht' erom dat zij van hun ervaringen leren en daardoor wijzer en liefdevoller worden. Daarom wijst hij hen op bepaalde dingen en geeft zelfs aan hoe zij in dit of dat geval anders hadden kunnen handelen.

Iemand vertelt met nadruk dat dat wezen zich absoluut niet moraliserend gedroeg.

De man:

'... niet wat ik had moeten doen, dat zou moraliserend zijn; maar wat ik had kunnen doen – een open uitnodiging, die me geheel vrij liet om zijn suggesties op te volgen dan wel naast mij neer te leggen'.

Het bijzondere van deze 'bijna-dood' ervaringen is dat zij geheel en al overeenstemmen met de opvattingen van het esoterisch christendom. Al lang vóórdat deze ervaringen verteld en gepubliceerd werden, werden deze in de esoterische traditie al beschreven.

De Geest van Waarheid en Liefde

In de ervaringen die mensen met 'het Wezen van licht' hadden, is duidelijk het wezen en de werkzaamheid van Christus te ervaren die sinds de Pinkstergebeurtenissen in het jaar 33, als Geest van Waarheid en van Liefde in ons mensen leeft. Nadat hij zich tijdens de gebeurtenissen op Golgotha en daarna, met het lot van de mensen had verbonden, zo zegt de christelijke esoterie, werd Christus 'Heer van het Karma'. Dat wil zeggen werd hij onze specifieke goddelijke begeleider op onze ontwikkelingsweg op aarde én in het leven na de dood.

Daarom nemen wij in zijn liefdevolle omhulling na het intreden van de dood, afstand tot de gebeurtenissen en daden van ons leven, kijken ernaar en zien wat er is gebeurd. Daardoor komt de waarheid aan het licht: 'Ja, zo was het, dat is er gebeurd'. Maar dat niet alleen, er volgt ook wijsheid: hoe het anders had gekund. Daardoor wordt duidelijk hoe in dat geval 'het goede, het juiste' had gezegevierd.
Is er een betere wijze van leren van je 'schulden'en je 'fouten' denkbaar dan deze?

Opvallend in de verhalen is hoe 'het Wezen van licht' de mensen niet de wet of allerlei gedragsregels voorhoudt die men had moeten opvolgen, maar hen door middel van de beelden van het afgeopen leven zélf tot inzicht laat komen. Dat hoort bij de nieuwe verhouding die tussen goddelijke wereld en de mensen na Golgotha is ontstaan. Want nu gaat het om de persoonlijke zelfstandigheid van de mensen, het zélf inzicht krijgen en het zélf verantwoordelijkheid nemen voor de eigen daden en gedachten.

Een volgende stap in het leven na de dood is dat er na de terugblik innerlijk het verlangen optreedt om goed te maken wat verkeerd werd gedaan en zich persoonlijk verder te ontwikkelen. Om op die wijze ook bij te kunnen dragen aan de verdere ontwikkeling van de mensheid. Zo ontstaat al in die fase de wens om terug te keren naar de aarde om oude én nieuwe opgaven ter hand te nemen.

Daarbij gaat het niet alleen om de persoonlijke ontwikkeling, maar vooral ook om de relatie met karmisch met ons verbonden mensen. Dat wil zeggen met diegenen met wie we in de loop van voorgaande incarnaties in positieve of in negatieve zin verbindingen hebben opgebouwd.

Dat hele 'pakket'van zaken dat we willen vereffenen, willen goedmaken en nog moeten ontwikkelen, wil de goddelijke Geest in ons tot ontplooiing komen, noemen we 'het karma'. 'Karma' is een begrip uit het Sanskriet en betekent zoveel als actie, daad, effect, bestemming. Het houdt het idee in dat alles wat we in het heden, in het nu doen, denken, en zeggen, op de een of andere manier weer bij ons terugkomt en zo onze toekomst in positieve of negatieve zin bepaalt. En daarmee natuurlijk ook onze relaties met andere mensen en de toestand in de wereld.

'Je karma' kun je ook vertalen met 'je lot'.

De 'zonden' die Christus op zich neemt

De voorbeelden hiervoor laten zien hoe nu al - en nog sterker in de toekomst, als in mensen de kracht goddelijke Geest zal zijn toegenomen - door mensen heen vereffening plaatsvindt voor de schade die wordt toegebracht door onze onvolmaaktheid. In termen van het traditionele christendom uitgedrukt zouden we zeggen: 'door onze zonden toegebracht'.

Er is echter, zegt het esoterisch christendom, één soort schade die wij mensen niet kunnen vereffenen. Dat is de schade die ons handelen en doen, ons negatieve voelen en denken, toebrengen aan de geestelijke krachten die in de aarde en de natuur werkzaam zijn. De vereffening van die schade of zonde gaat ons menselijk vermogen ver te boven. Toch is het noodzakelijk dat dat gebeurt. Zou dat niet het geval zijn dan zou alsnog, door de opeenhoping van negatieve energie, heel de aarde verwoest en verpletterd worden.

Deze schuld aan de geestelijke krachten van aarde en de natuur neemt de Opgestane Christus in zijn ontzagwekkend wezen op en vereffent deze voor ons mensen. Hij transformeert het negatieve in het goede en maakt haar daarmee ongedaan. Dat is, zo zegt de christelijke esoterie, bedoeld met de uitspraak dat Christus door zijn dood en opstanding de zonden van ons mensen op zich neemt en ons daardoor schoonwast van onze schuld. Die schoonwassing is er voor een deel, een heel groot deel, het andere deel moeten wij mensen als zelfstandige individuen echter zelf doen in steeds weer nieuwe aardelevens. Dat kunnen wij dankzij de wet van karma en reïncarnatie. Zo maken wij, dankzij het feit dat sinds de gebeurtenissen aan het begin van onze jaartelling, de goddelijke Geest in ons woont - met zijn hulp - zelf ook de gevolgen van onze daden goed.

***

Bovenstaande tekst is ontleend aan het boek De Drie-eenheid en Karma. Een andere visie op een oude traditie door Margarete van den Brink. Uitgeverij Ten Have, 2007.

Meer over de inhoud van dit boek kunt u lezen in de rubriek 'boeken' op deze website.

 

naar boven