Het wakker worden van de innerlijke geest 

Margarete van den Brink

Existentiële vragen

'Wie ben ik? Waarom leef ik op aarde? Wat is mijn missie, de opdracht van mijn leven ?'

Zo'n twintig jaar geleden viel mij voor het eerst op in de counselling gesprekken die ik voerde dat het niet alleen om de heel specifieke problemen ging waar mensen mee zaten, maar dat er steeds meer van dit soort vragen naar voren kwamen. Ik heb dat ervaren als een fundamentele verandering in de psyche en het bewustzijn van ons mensen. Het is alsof wij in onze tijd uit een lange slaap of betovering wakker worden en zeggen: 'Alles goed en wel, maar nu wil ik de waarheid weten: Wie ben ik werkelijk? Wat is de reden van mijn bestaan op aarde? Wat heb ik hier te doen? Wat ben ik mogelijk vergeten?'

Die vragen zijn opvallend omdat ze niet uit ons gewone intellect voortkomen – we bedénken ze niet – maar uit diepere lagen van onze ziel. Ze stijgen als het ware vanzelf uit de diepte van ons innerlijk omhoog en vragen met een zekere drang om aandacht. Steeds keren ze weer terug. Dat gebeurt met name in de midlife crisis, maar steeds vaker en bij steeds meer jongeren, ook daarvoor. Door die innerlijke vragen worden wij ons bewust dat 'iets' in ons aan de gang is, in beweging komt, wakker wordt en fundamentele vragen stelt naar de essentie van ons bestaan op aarde.

Innerlijke geest

Wat is dat 'iets'? Dankzij de oosterse en westerse esoterische kennis weten wij dat ons ik uit twee delen bestaat: een lager deel en een hoger deel. Het lagere deel van het ik wordt ook wel het ego genoemd of de gewone alledaagse persoonlijkheid. De aanduiding 'laag' wil zeggen dat het niveau van het bewustzijn gekoppeld is aan het aardse materialistische denken en aan primaire krachten als instinkten, driften, begeertes, emoties, e.d. die uit de lagere delen van onze ziel en lichamelijkheid afkomstig zijn.

Het hogere deel van het ik wordt meestal het geestelijke Zelf genoemd. Het is onze geestelijke kern, dat wat we in diepste wezen zijn. Ons geestelijke Zelf stamt uit de goddelijke wereld en maakt daarvan deel uit. Het wordt ook wel de Godsvonk of 'druppel uit de zee van het Goddelijke' genoemd of het hoger Ik.

Ons geestelijke Zelf leeft als geestelijke oerkracht in de diepte van onze ziel, onbewust voor ons alledaagse, aardse bewustzijn. Waarom onbewust? Omdat ons ego, onze persoonlijkheid, nog niet sterk genoeg is om dat geestelijke deel al bewust in zich te dragen en door zich heen tot uitdrukking te brengen. Onze geest heeft zo'n onvoorstelbare kracht en wijsheid dat we het niet zouden uithouden als het nu al volop in ons werkte. Ons ego zou er zelfs door vernietigd worden. Vandaar dat in de menselijke ontwikkeling alles er op gericht is om enerzijds onze persoonlijkheid steeds sterker te maken opdát het in de toekomst op de juiste wijze drager van het geestelijkze Zelf kan zijn en anderzijds dat geestelijke Zelf heel geleidelijk aan ín het ego tot uitdrukking te brengen.

Ons geestelijke Zelf of hoger Ik is de instantie in ons die van het ene leven naar het andere leven op aarde gaat, en tussentijds steeds een periode in de geestelijke wereld leeft. Ons ego of onze persoonlijkheid, daarentegen, is van incarnatie tot incarnatie steeds weer een andere. Doel van die steeds terugkerende incarnaties van ons geestelijke Zelf in een fysiek lichaam op aarde is dat wij langzaam maar zeker worden wie we werkelijk zijn. We kunnen ook zeggen: de zin van onze menselijke evolutie bestaat daaruit dat wij langzaam maar zeker het lagere deel van ons ik, ons ego, zó weten om te vormen dat we daarin in steeds sterkere mate de goddelijke krachten van ons geestelijke Zelf tot uitdrukking leren brengen.

Daarmee realiseren wij ín ons - en worden wij - wat in de bijbel wordt genoemd: 'het beeld van God waarnaar wij geschapen zijn'. Of: 'worden wíj die in Hem (God) zijn, datgene wat hij is', zoals in de piramide van Cheops in Egypte wordt aangeduid.

De omwenteling

Het feit dat wij mensen in onze tijd de hierbovengenoemde fundamentele vragen stellen, zoals: 'Wie ben ik werkelijk? Waarom leef ik op aarde? Wat is mijn opdracht?' wil zeggen dat de overgang van de oude naar de nieuwe tijd zich steeds duidelijker in ons eigen innerlijk begint te manifesteren. De vragen die gesteld worden zijn de tekenen dat de nieuwe tijd - de nieuwe periode van ontwikkeling die zich vanuit ons innerlijk wil realiseren - duidelijk begonnen is. Eeuwenlang heeft ons geestelijke Zelf verborgen in de diepe diepten van onze ziel geleefd. Nu is de tijd gekomen dat het naar buiten mag treden. Het hogere Ik of het geestelijke Zelf wordt zichtbaar in onze bewuste idealen en in de mens die we willen worden. Ook wordt het ervaarbaar in het bewustworden van de opdracht van ons leven, van de lessen die we willen leren, van de taken die we willen vervullen, van de bijdragen die we willen leveren aan andere mensen, de wereld en de mensheid als geheel.

Het 'iets' in ons dat in beweging komt en actief wordt is dus ons eigen hoger wezen. Daarom komen de hierboven genoemde vragen ook in ons op. Ons hoger Ik is het zélf die ons die vragen stelt en aan onze innerlijke deur klopt opdat wij wakker worden, op zoek gaan en aan onszelf gaan werken. Zo nemen zijn krachten in ons toe.

Het verwarrende voor ons mensen is dat wij door de omwenteling die in onze tijd plaatsvindt innerlijk te maken hebben met drie verschillende processen.

  1. Het eerste proces ontstaat als gevolg van het terugtrekken van de 'oude' geestelijke krachten die ons vanuit de oertijd hebben gedragen en geleid.
  2. Het tweede proces houdt in dat de geestelijke krachten van ons eigen hogere Zelf in ons wakker en werkzaam worden.
  3. Het derde proces wordt bewerkstelligd door het feit dat er in ons innerlijk - nu het hogere Zelf in ons aan het licht begint te komen – een deur is opengegaan en daardoor behalve dit hogere Zelf, ook donkere krachten naar binnen dringen. Donkere krachten die op ons ego inwerken.

Alle drie processen hangen vanzelfsprekend ten nauwste met elkaar samen. Maar willen we de chaos, die als gevolg van al die veranderingen in ons innerlijk optreedt, het hoofd bieden, dan moeten wij ieder van hen afzonderlijk leren kennen en van elkaar kunnen onderscheiden.

Daarom onderstaand een schets van
  • wat het terugtrekken van de oude geestelijke krachten in ons innerlijk bewerkstelligt, en
  • welke andere, donkere geestelijke krachten in onze tijd meer toegang beginnen te krijgen tot onze ziel.

De gevolgen van het terugtrekken van de geestelijke krachten

Zoals we hiervoor lieten zien ontwikkelde onze persoonlijkheid zich in de loop van de menselijke evolutie doordat hoge goddelijke machten ons steeds sterker met het fysieke lichaam verbonden. Daardoor kwamen we meer op aarde te leven en werd onze aandacht op de aardse materiële werkelijkheid gericht. Tegelijkertijd ontplooide zich ons eigen zelfbewustzijn. Heel dat proces werd verzorgd, gedragen en geleid door hoge engelenwezens uit de geestelijke wereld. We hoefden er niets voor te doen. Dat ging allemaal vanzelf.

Nu onze ik-ontwikkeling een bepaald punt heeft bereikt en ons geestelijke Zelf in ons geboren wil worden, trekken de oude dragende engelenkrachten zich op een bepaalde wijze uit onze persoonlijkheid en ons ik terug. Ze maken ruimte opdat de innerlijke omwenteling zich kan voltrekken. Dat terugtrekken van die dragende engelenkrachten heeft echter zeer ingrijpende gevolgen. Zowel voor onszelf als voor onze relaties met onze medemensen. Hieronder een paar voorbeelden van de veranderingen die in ons innerlijk plaatsvinden.

De gevolgen voor onze persoonlijkheid

Door het terugtrekken van de oude engelenkrachten die alles bijeenhielden en droegen, wordt de verbinding van ons geestelijke Zelf met het fysieke lichaam weer losser. Het voert te ver om dit geheim dat in de esoterische traditie heel bekend is, hier verder uit te leggen. Maar juist dit heeft in onze tijd een beslissende invloed op de veranderingen in onze persoonlijkheid.

Een van de gevolgen van die lossere verbinding is, dat ons denken wat minder materialistisch wordt en er zo geleidelijk aan meer openheid komt voor de niet fysiek-materiële werkelijkheid. Het feit dat wij mensen de laatste tien jaar meer belangstelling gekregen hebben voor spiritualiteit én steeds meer geestelijke ervaringen hebben, heeft alles met deze ontwikkeling te maken.

Ook wordt de structuur van onze persoonlijkheid losser en opener. Dat werkt op zo'n wijze in ons door dat we innerlijk minder vast komen te zitten, maar af en toe ook de grond onder onze voeten voelen wegvallen en ons gevoel van zekerheid verliezen.

De veranderingen in de structuur van onze persoonlijkheid hebben ook ingrijpende invloed op ons denkvermogen, ons voelen en ons willen. Tot nu toe werden deze drie door de engelenkrachten bijeengehouden en op de juiste wijze op elkaar afgestemd. Daardoor ging er een zekere evenwichtigheid en harmonie van ons uit.

In onze tijd gaat dat echter steeds meer veranderen. Wat we denken wordt steeds minder automatisch met ons gevoel verbonden en wat we willen of doen steeds minder vanzelf met ons voelen en denken. Daardoor ontstaat chaos en disharmonie in het innerlijk en worden we bang de greep op onszelf te verliezen.

Als mensen van onze tijd hebben wij de opdracht die vroegere taken van de engelenkrachten op ons te nemen en nu zélf harmonie te leren stichten tussen ons voelen, ons willen en ons denken. Leren we dat te doen, dan leidt het terugtrekken van de steunende engelenkrachten minder tot problemen. Tegelijkertijd helpt deze geestelijke inspanning ons de krachten van ons hoger Ik in ons tot ontwikkeling te brengen!

Innerlijke leegte

Door de veranderingen die plaatsvinden in onze persoonlijkheid, ontstaat, zoals we al vertelden, innerlijk een soort lege ruimte. De bedoeling is dat deze ruimte gevuld wordt met de nieuwe geestelijke energie van ons eigen hoger Zelf. Die nieuwe energie ontstaat als wij er bijvoorbeeld naar streven dieper inzicht in de dingen te krijgen, als we er naar streven geestelijk voedende gedachten te hebben, ons met zinvolle dingen bezig te houden of begrijpende, liefdevolle gevoelens en gebaren naar anderen te maken. Dit alles leren wij pas in onze tijd meer en meer bewust vanuit ons innerlijk te doen. Het is een beginnende ontwikkeling die veel tijd en inspanning zal vragen.

Ondertussen neemt, doordat de oude engelenkrachten zich terugtrekken, de leegte in ons innerlijk toe. En dat is de reden dat wij mensen ons tegenwoordig innerlijk vaak zo leeg kunnen voelen en wanhopig op zoek gaan naar iets dat vult. TV-ster Katja Schuurman zei daarover eens in een interview in Vrij Nederland:

'Het is treurig om te zien hoe wanhopig mensen op zoek zijn naar iets dat er toe doet. Dan hoef je niet na te denken over de totale leegte in je leven. Die totale leegte voel ik ook. Daarom wil ik mij ook verdoven'.

Het is begrijpelijk dat mensen zich willen verdoven als reactie op de innerlijke leegte. Want die leegte roept angst op: angst voor zelfverlies en angst voor het onbekende in je eigen ziel. Zo halfbewust vóel je immers dat er krachten in je leven die om aandacht vragen en daardoor onrust veroorzaken: 'Is dit nu alles? Waar gaat het in het leven om? Wie ben ik eigenlijk?'

Omdat we die angst niet willen voelen en die innerlijke stemmen niet willen horen smoren we ze in activiteiten die afleiden en een kick geven: altijd bezig en aan het werk, avond aan avond tv kijken, uitgaan of opgaan in computerspellen, sexvideo's en gebruik van drugs en alcohol. Inmiddels heeft in Nederland één op de drie jongeren tussen 18 en 25 jaar een serieus alcoholprobleem. Net als een groot aantal jonge, hoogopgeleide vrouwen.

De vraag wordt dus: hoe gaan we met die innerlijke leegte om?

Donkere krachten nemen toe

Een ander fenomeen dat zich als gevolg van de innerlijke veranderingen voordoet – we noemden het hiervoor al - is dat wij mensen agresssiever worden en in toenemende mate gewelddadig gedrag vertonen. Dat geldt niet alleen voor volwassenen, maar ook voor (jonge) kinderen. We raken sneller geirriteerd en hebben meer moeite dan voorheen onze irritatie of boosheid in bedwang te houden. Vooral als we ons op de een of andere wijze geprovoceerd, gehinderd, miskend, tekort gedaan, genegeerd of zonder respect behandeld voelen.

De voorbeelden in hoofdstuk 1 geven dat al duidelijk aan. Gebeuren de dingen niet zoals ík wil dat ze gebeuren of voel ik mij persoonlijk tekort gedaan, dan schiet er sneller dan voorheen irritatie en woede in mij omhoog die zich in verbaal of fysiek geweld kan uiten. Murat D. bijvoorbeeld, die in 2004 leraar Van Wieren van het Terra College in Den Haag doodschoot, voelde zich ten onrechte aangesproken op zijn negatieve gedrag ten aanzien van leraren van zijn school en op zijn alcohol- en druggebruik. Toen hij geschorst dreigde te worden liet hij dat niet op zich zitten. Hij kondigde aan wat hij ging doen, liet een vriend met een wapen komen en ging met een doorgeladen pistool de school in.

Waaróm nemen die agressie en dat gewelddadige gedrag zo toe?

Hiervoor vertelden wij al dat in de diepten van ons innerlijk geestelijke wezens werken die we donkere krachten ofwel krachten van het kwaad, kunnen noemen. Hun wezen bestaat uit haat en agressie en de wil stuk te maken en te vernietigen. Ieder mens op aarde draagt zulke geestelijke wezens in zich. Zelfs de meest zachtzinnige en goedaardige mens. Tot nu toe werd de werkzaamheid van deze wezens door de leidende engelenkrachten voor een groot deel in ons toegedekt en tegengegaan. Maar doordat er in ons innerlijk een deur is opengegaan en de hindernissen zijn weggenomen, dringen deze agressieve, destructieve wezens geleidelijk aan de ziel en het lagere deel van ons ik, ons ego, binnen. Vandaaruit werken zij via ons driftleven in op ons denken en handelen en trachten deze te beinvloeden. En dat leidt dan tot situaties zoals wij die in hoofdstuk 1 beschreven: tot agressief, a-sociaal of gewelddadig gedrag als je denkt of vindt dat anderen je benadelen, hinderen, in het nauw drijven, angstig maken of niet doen wat jij wilt.

De krachten van het donker werken dus niet zomaar in de wereld, maar ín en door ménsen heen! En het is door ons mensen heen dat zij hun invloed in de samenleving uitbreiden en daar chaos, onzekerheid en onveiligheid creëren. In de negatieve ontwikkelingen die zich de afgelopen decennia in onze samenleving voordoen kunnen we duidelijk de werking van deze donkere wezens herkennen. Op zich is dat natuurlijk niet iets nieuws. De donkere machten zijn er altijd al geweest. Ze werken al zo lang de mensheid bestaat. Wat wel nieuw is is dat zij in deze overgangstijd breder en onverhulder dan vroeger tevoorschijn treden. Dat zal in de toekomst nog sterker het geval zijn. Daar moeten we ons op voorbereiden. De 'put van de afgrond' waar we in hoofdstuk 3 over spraken is open gegaan en gaat niet vanzelf meer dicht.

Ten slotte nog dit: de donkere geestelijke krachten zijn er op uit onze ziel en ons ego te bezetten en onvrij te maken. Daarmee pogen zij ons te weerhouden om in verbinding te treden met ons hoger geestelijke Zelf. Op die wijze trachten zij de innerlijke omwenteling die zich in onze tijd moet voltrekken, te voorkomen en de ontwikkeling van ons mensen naar de nieuwe tijd tegen te werken en te verhinderen.

(De hoofdstukken 7, 8 en 9 beschrijven hoe de geestelijke krachten van ons hoger Zelf in ons tot ontwikkeling kunnen komen.)

* * *

Dit artikel is een hoofdstuk uit het boek 'De bijzondere tijd waarin wij leven. Door het donker naar het licht' door Hans Stolp en Margarete van den Brink (Uitgeverij Ankh-Hermes).

Meer over dit boek –dat lange tijd in de toptien van verkochte boeken bij Ankh-Hermes stond- in de rubriek Boeken van deze website.

 

naar boven