Kenmerken van de transitie waar we in verkeren 

Otto Scharmer

(Overgenomen uit de inleiding van zijn boek Theorie U. Leiden vanuit de toekomst die zich aandient)

We leven in een tijdperk van hevig, intens conflict en institutioneel falen – een tijd van pijnlijke aflopen en hoopvolle pogingen tot een nieuw begin, waarin we het gevoel hebben dat er iets wezenlijks aan het verschuiven is – ja zelfs sterft – terwijl iets anders erop wacht geboren te worden. Zoals toneelschrijver en president van Tsjechië (sinds l993; sinds l989 van het toen nog niet opgesplitste Tsjecho-Slowakije) Václav Havel het onder woorden brengt:

‘Ik denk dat er goede redenen zijn om te stellen dat het moderne tijdperk ten einde is. Veel dingen wijzen er vandaag de dag op dat we door een overgangsperiode heen gaan – het lijkt erop dat iets aan het verdwijnen is en dat iets anders een pijnlijke geboorte doormaakt. Het is alsof er iets aan het afbrokkelen is, in verval raakt door zichzelf uit te putten, terwijl iets anders – iets vooralsnog vaags – uit het puin oprijst'. 1)

Confrontatie met de crisis en de signalen van onze tijd

Omdat onze dunne buitenlaag van orde en stabiliteit het maar zo kan begeven, is het nu tijd om even pas op de plaats te maken en ons bewust te worden van dat wat uit het puin oprijst. De crisis van onze tijd is niet te wijten aan slechts één leider, organisatie, land of conflict alleen. De crisis van onze tijd is een teken dat de oude sociale structuur en denkwijzen – de oude wijze van institutionaliseren en tot wet verheffen van collectieve sociale vormen – ten einde lopen.

De sociale structuren die we plaatselijk, regionaal en mondiaal zien afbrokkelen en in verval raken, vloeien voort uit twee verschillende bronnen: premoderne traditionele en moderne industriële denk- en werkstructuren of -vormen. Beide zijn in het verleden succesvol geweest. Maar in ons huidige tijdperk vallen ze uiteen en brokkelen af.

De opkomst van fundamentalistische bewegingen in zowel westerse als niet-westerse landen is een symptoom van deze desintegratie en dit diepere transformatieproces. Fundamentalisten zeggen: ‘Kijk maar eens hoe dit westerse materialisme niet werkt. Het berooft ons van onze waardigheid, onze middelen van bestaan en onze ziel. Laten we dus tot de oude orde terugkeren.'

Dit is een begrijpelijke reactie die betrekking heeft op twee bepalende sleutelkenmerken van het hedendaagse sociale verval – kenmerken die door de Noorse socioloog en polemoloog Johan Galtung (die in l959 samen met E.Hinde en A.Naess het International Peace Research Institute te Oslo oprichtte en veel gepubliceerd heeft over agressie en het belang van geweldloosheid) worden aangeduid met de termen anomie en atomie.

Anomie (letterlijk: wetteloosheid) refereert aan het verlies van normen en waarden, atomie aan de instorting van sociale structuren. Het daaruit voortvloeiende verlies van cultuur en structuur leidt niet alleen tot uitbarstingen van geweld, haat, terrorisme en burgeroorlogen, maar ook tot ten dele aan onszelf te wijten natuurrampen op zowel het noordelijk als het zuidelijk halfrond. Het is, zoals Václav Havel stelt, alsof iets zichzelf uitput en vernietigt.

Maar wat rijst er dan op uit het puin ? Hoe kunnen we deze verschuivingen het hoofd bieden? Wat ik zie ontstaan is een nieuwe vorm van aanwezigheid en kracht die spontaan in en door kleine groepjes en netwerken van mensen groeit. Daarbij gaat het om een andere manier van omgaan met elkaar, een andere manier van aanwezigheid bij elkaar – een manier van zijn die maakt dat we luisteren naar wat zich wil ontplooien.

Als groepen beginnen te ‘opereren' vanuit een realistische toekomstige mogelijkheid, boren ze ook een sociaal veld aan dat verschilt van het hun bekende. Als zich dat aan het voltrekken is, zien we een verschuiving in de kwaliteit van denken, spreken en collectief handelen. En door die verschuiving kunnen mensen in contact komen met een diepere bron van creativiteit en kennis die hen in staat stelt uit te stijgen boven de patronen uit het verleden. Dan komen ze in hun eigen ware kracht – de kracht van hun authentieke zelf.

Ik noem deze verandering een verschuiving in het sociale veld omdat die term verwijst naar de totaliteit en het soort verbanden die de basis vormen voor de wijze waarop mensen die deel hebben aan een bepaald systeem zich tot elkaar verhouden, met elkaar spreken, denken en handelen.

De verschuiving van een sociaal veld is een meer dan gedenkwaardig moment. Als die zich voltrekt, leidt dat vaak tot resultaten waarbij sprake is van een verhoogd individueel energie- en bewustzijnsniveau, wat dan op zijn beurt niet alleen de verdieping van iemands authenticiteit en persoonlijke aanwezigheid bewerkstelligt, maar ook een helder richtingsbesef en belangwekkende professionele en persoonlijke prestaties tot gevolg heeft.

Naarmate het debat over de crisis en het beroep dat onze tijd op ons doet duidelijker vormen begint aan te nemen, kunnen we voorstanders van drie verschillende standpunten beluisteren:

  1. Achterwaarts gerichte bewegingen: ‘Laten we terugkeren tot de orde van het verleden.' Sommige daarvan hebben een fundamentalistische neiging, maar dat is niet bij alle het geval. Vaak gaat deze keuze gepaard met een opleving van een oude vorm van religie of een andere op geloof gebaseerde vorm van spiritualiteit.
  2. Verdedigers van de status quo: ‘Ga maar gewoon door. Richt je op het doen van meer van hetzelfde en modder maar wat aan. Gewoon alles bij het oude houden.' Deze stellingname is tekenend voor het vandaag de dag heersende wetenschappelijke materialisme.
  3. Verdedigers van de individuele en collectieve transformatie: ‘Is er niet een manier om de patronen van het verleden te doorbreken en ons af te stemmen op en actie te ondernemen vanuit onze hoogste toekomstige mogelijkheden?'

Persoonlijk ben ik van mening dat de huidige wereldsituatie hunkert naar een verschuiving van de derde soort – een wezenlijke transformatie die in veel opzichten al doorschemert. We dienen het oude geïnstitutionaliseerde collectieve gedrag los te laten om onze hoogste toekomstige mogelijkheid te zien en er voeling mee te krijgen.'

Tenslotte:

"De werkelijke strijd in de wereld vandaag de dag is niet die tussen diverse beschavingen of culturen, maar die tussen de verschillende – voor ons en de menselijke soort op dit moment mogelijke – evolutionaire toekomstscenario's.

Wat er op het spel staat is niets minder dan een weloverwogen keuze ten aanzien van de vragen wie we zijn, wie we willen zijn en hoe we de wereld waarin we leven willen vormgeven. De hamvraag die daaraan ten grondslag ligt is: ‘Waarom zijn we hier?'

Ons oude leiderschap is aan het afbrokkelen, net zoals de manier waarop de Berlijnse muur in l989 uiteindelijk werd afgebroken. Wat in de huidige tijd nodig is, is niet alleen een nieuwe benadering van leiderschap, maar het vermogen boven het concept van leiderschap uit te stijgen.

We moeten een diepere en praktische integratie van hoofd, hart en handen ontdekken – dus van de intelligentie van een open geest, open hart en open wil – op zowel individueel als collectief niveau.

Ik nodig je uit me op deze ontdekkingsreis te vergezellen."


De concepten van Otto Scharmer over de toekomst sluiten naadloos aan bij de concepten over de ontwikkelingsweg van de mensheid via de zeven fasen zoals ik deze op mijn website en in mijn boek De zeven ontwikkelingsfasen van mens, relatie en organisatie, heb beschreven.

Lees meer over Scharmer's visie en praktische invulling betreffende de toekomst: Theorie U. Leiding vanuit de toekomst die zich aandient, en het boek dat hij samen met Katrin Kaufer schreef: Leiden vanuit de toekomst. Van egosysteem naar ecosysteem en op zijn website: www.ottoscharmer.com

 

naar boven