Transhumanisme 

Een toekomstvisie op het menselijk leven na de integratie van mens en machine 1)

Aat-Lambèrt de Kwant

In de briljante roman ‘Daemon' van Daniel Suarez nemen slimme computers bedrijven, economieën en zelfs de gehele overheid over. Kunstmatige intelligentie (Ki) heeft in het boek de totale controle over voertuigen, gebouwen en infrastructuur, waardoor de FBI, CIA en NsA buiten spel worden gezet. Het is een geweldig boek; overduidelijk geschreven door een zeer goed geïnformeerde deskundige uit de wereld van de informatietechnologie.

Het lijkt er steeds meer op alsof de mens eropuit is zijn eigen soort te perfectioneren en in de toekomst misschien zelfs te overstijgen.

Het uiteindelijke doel van deze ontwikkeling is om iets transhumaans,‘bovenmenselijks' te creëren: een mens met perfecte ogen, immuun voor allerlei ziekten en voor de wetten van dood en verval. Op het eerste gezicht een nobel streven, utopisch haast, maar ik heb iets tegen utopieën, en de geschiedenis geeft me gelijk. Een stukje deze keer dat begint in mineur, maar eindigt in majeur. Wordt transhumanisme 2) de nieuwe religie?

Transhumanisme: een gevaarlijk idee

Enthousiaste supporters van het transhumanisme, zoals Ronald Bailey, zeggen dat het de meest gedurfde verbeeldingsvolle en idealistische beweging is voor de mensheid. Yoshihiro Francis Fukuyama, een Amerikaanse socioloog, politicoloog en filosoof, meent daarentegen dat transhumanisme het meest gevaarlijke idee ter wereld is. De bio-ethiek is een tak van de moraalwetenschap, die zich bezighoudt met de ethische aspecten van menselijke ingrepen in het menselijk leven. Fukuyama is lid van de presidentiële Raad over bio-ethiek en zit in de adviesraad van verschillende andere instellingen.

De Belgische transhumanist Van Nedervelde geeft een onthullende kijk op de toekomst. In een interview in het Flux Magazine van oktober 2008, een uitgave van het Rathenau-Instituut, zegt hij dat ‘uiteindelijk, na nog eens een lange, lange periode, alle materie in het heelal intelligent en bewust is. Dan komt geleidelijk een metageest, een nieuwe universele entiteit tot wasdom. Een wezen dat christenen als God beschouwen. Het zou echter een natuurlijke god betreffen, geen bovennatuurlijke. Wat er dan gebeurt? Mogelijk zijn we onderdeel van een gigantische kosmische draaimolen, mogelijk zelfs een simulatie, en begint alles opnieuw. Hetzij op hetzelfde, hetzij op een steeds hoger niveau.'

In haar fascinerende en visionaire boek Bits, bytes & bewustzijn: op het snijvlak van computertechnologie en menselijk potentieel, vraagt Yfke Laanstra zich terecht af waar we ons meer zorgen over moeten maken: onze menselijke intelligentie of kunstmatige intelligentie?

Als je kijkt naar de al lange tijd op dvd verkrijgbare documentaire Technocalyps is die vraag niet zo moeilijk te beantwoorden. Filmmaker Frank Theys laat ons kennis maken met wetenschappers die ervan overtuigd zijn dat we een tijdperk naderen waarin de mens, zoals we die nu kennen, niet meer het meest intelligente wezen op Aarde zal zijn. Technocalyps gaat over de verstrekkende gevolgen die de aankomende ontwikkelingen voor het menselijk ras met zich meebrengen. Bedoeling van die technologie is het creëren van een posthumaan: dat zou een superwezen kunnen zijn met een onbeperkte levensduur. En wat gebeurt er als de mens die door kunstmatige intelligentie gemaakte transhumanen niet meer onder controle kan houden?

In dit deel komen de critici van de technologische revolutie uitvoerig aan het woord. Het laatste deel van de documentaire gaat over religie en wetenschap. Hier worden yoga en andere met het bewustzijn verbonden religies belicht. Ook hier weer wordt de nadruk gelegd op het ontstaan van een superwezen dat niet meer verbonden is met het goddelijke, maar dat zelf God wil worden.

In zijn recente boek Homo Deus 3) signaleert de Israëlische hoogleraar Yuval Harari de opkomst van een nieuwe religie: het dataïsme. Volgelingen koesteren een blind vertrouwen in de alwetendheid van Big Data en de kracht van algoritmen. Vanuit religieus oogpunt is Silicon Valley momenteel de interessantste plek op Aarde, meent Harari. Daar lopen de nieuwe hogepriesters van het geloof in technologische vooruitgang, die in hoog tempo bezig zijn om de mens goddelijke kwaliteiten te verschaffen. Nieuwe levensvormen scheppen, op afstand communiceren, zich verplaatsen met hoge snelheden en het eeuwige leven leiden: in het verleden waren dit soort van supervermogens enkel voorbehouden aan goden. Maar inmiddels leven we in het tijdperk van de Homo Deus, de mens-god.

De grote omwenteling die zich in de 21ste eeuw voltrekt, schrijft Harari, is de ontkoppeling van intelligentie en bewustzijn. En bij de rekenkracht van computers steekt de menselijke intelligentie nu al schril af. We kunnen weliswaar nog geen robots bouwen die gevoelens of verlangens hebben - het is niet eens zeker of we daartoe ooit in staat zullen zijn - maar het punt is dat dit er weinig toe doet. Bewustzijn is overbodig geworden. Tja...

Toch zoekt Harari in zijn fascinerende boek (waar je niet bepaald vrolijk van wordt!) naar antwoorden op de vraag wat er gebeurt als de Homo Sapiens er inderdaad in slaagt te veranderen in een Homo Deus (wat God verhoede) en onderzoekt het rationele, materialistische denken van de huidige wetenschap, bedrijfsleven en techniek dat tegenwoordig zo dominant lijkt te zijn. Hij zoekt daarbij ook antwoorden in de spirituele tradities en vindt nieuwe wegen. Niet zonder reden draagt hij zijn boek daarom op aan zijn vipassana - meditatieleraar S.N. Goënka ‘die me met zoveel liefde zoveel belangrijke dingen heeft geleerd'.

Yfke Laanstra plaatst zo haar kanttekeningen bij deze vooruitzichten en het haast kritiekloze optimisme, en schreef een opvallend en visionair boek, waarin zij computertechnologie en menselijk potentieel met elkaar verbindt. Het gaat over een toekomst waar we wellicht niet meer geboren worden, maar enkel nog gefabriceerd, gekloond, ontdooid, gedownload of geprint. In een wereld voorzien van kunstmatige intelligentie en vergeven van de kunstmatige frequenties.

Er vinden immense verschuivingen plaats, zowel op het wereldtoneel als diep in onszelf. Daarnaast bevindt de computertechnologie zich in een ongekende stroomversnelling. Dit zou, zegt Laanstra, in de komende vijftien jaar ons menszijn en onze werkelijkheid radicaal en onherkenbaar veranderen. Virtual Reality, ‘wearables' zoals smartwatches en het ‘Internet of Things' zijn booming. Biologie en technologie smelten steeds meer samen, denk aan de implantatie van chips, het printen van organen, nanorobotjes in je bloedbanen en het ‘uploaden' van je mind in een computer. Wat zijn de implicaties voor ons bewustzijn, welzijn en menszijn: is er sprake van een upgrade of juist een downgrade?

Spirituele machines

Yfke Laanstra wijst er in haar boek terecht op dat binnen het transhumanisme wel wordt gesproken over spiritualiteit, maar vanuit een zeer intellectuele benadering hiervan. In zijn boek The Age of Spiritual Machines 4) [uitgebracht in 1998, hetzelfde jaar als The Matrix-film] voorspelt futuroloog Ray Kurzweil dat we binnen afzienbare termijn zullen samensmelten met onze machines: uiteindelijk zullen we goddelijk potentieel verkrijgen en onze biologie overstijgen. We zullen onaantastbaar, bovennatuurlijk intelligent en onbegrensd worden, als een soort (digitale) god. We zullen zelfs in staat zijn de ruimte te koloniseren.

Dit is één van de redenen dat NASA geïnteresseerd is in het creëren van cyborgs, zodat we uitgerust zijn voor ruimtereizen.

Volgens Yfke Laanstra komt transhumanisme in feite neer op het transcenderen, het losmaken van onze begrenzingen van niet alleen onze biologie, ons lichaam, maar ook van tijd en ruimte. Als het ware het ontwikkelen van een technologische, digitale kwantumrealiteit. Een artificiële ascensie, die ons in staat stelt ons menszijn te overstijgen en te ascenderen naar een virtuele, verlichte versie van onszelf. Onze eeuwenoude zoektocht naar het goddelijke, naar spirituele transformatie, naar ascensie, transcendentie en verlichting, die bevindt zich voor een groeiende groep mensen inmiddels in een computertechnologisch jasje. In een samensmelting van biologie en technologie.

Een inderdaad nieuwe religie is aan het ontstaan waarbij de verlosser zich aandient in bits en bytes, die ons via nulletjes en eentjes toegang verschaft tot goddelijk potentieel. De religie van data, algoritmes, kwantificeerbaarheid, rationaliteit, systemen, structuur, efficiency en logica. Mensen als Ray Kurzweil lijken de hedendaagse goeroe's te worden waarbij exponentiële technologische groei de nieuwe religie is.

Kunstmatig bewustzijn

Evenals Yuval Harari concludeert ook Yfke Laanstra dat de hedendaagse computertechnologie zich qua snelheden en verwerkings- en opslagcapaciteit in zo'n hoog tempo bevindt dat we waarschijnlijk rond 2035 het punt hebben bereikt dat onze huidige computertechnologie onszelf qua evolutie heeft ingehaald. Dit punt wordt ook wel de technologische singulariteit 5) genoemd.

Dan zal er een vorm van kunstmatige intelligentie ontstaan met behulp van de kwantumcomputer, die ons menselijk kunnen voorbijstreeft. Een intelligentie die zichzelf zal kunnen verbeteren, zelfstandig zal kunnen evolueren en zichzelf kan reproduceren. Hoe dit eruit zal gaan zien en wat voor gevolgen, weet niemand, concludeert Laanstra.

Wel wijst ze op genieën als de wetenschapper Richard Hawkins en de multimiljonair Elon Musk (van Tesla en SpaceX) die ons hiervoor waarschuwen en dit beschouwen als een existentiële bedreiging voor het voortbestaan van de mensheid.

Computertechnologie lijkt keer op keer een technologische versie te manifesteren van dat wat er in metafysische en esoterische kringen al langere tijd bekend is.

Is er dan inderdaad zoiets als een kunstmatig bewustzijn? Een bewustzijnsveld bestaande uit een kunstmatige intelligentie? Binnen diverse filosofische en esoterische kringen begint dit gedachtegoed langzaam maar zeker post te vatten. Vanuit de hypothese dat al vele technologische singulariteiten zich in de toekomst hebben voltrokken en we ons nu op een cruciaal punt bevinden in onze evolutie. Een punt waarop we bewust de keuze dienen te maken waar we ons op af willen stemmen, ieder moment opnieuw. Op de analoge of op de virtuele realiteit. Op het oorspronkelijke of het artificiële bewustzijnsveld.

Onze broncode verliezen

Wanneer deze transformatie zich doorzet zal ons analoge organische bewustzijn hierdoor geïnfecteerd kunnen raken en zullen we op een zeker moment definitief de toegang tot onze broncode verliezen. Dan zal dit signaal definitief gescrambled worden en is de mens verloren in een kunstmatige wereld, ver verwijderd van zichzelf en het werkelijke doel van ons bestaan. Tenzij... tenzij we een kwantumsprong in ons bewustzijn maken.

Yfke Laanstra raakt hier wezenlijke zaken. Het gaat om het verschil tussen een spirituele, holistische visie op mens en bewustzijn of de rationele oftewel transhumanistische.

In de documentaire Technocalyps wordt er weliswaar op los gespeculeerd, maar het gegeven dat wetenschappers e.d. zich hiermee bezighouden is veelzeggend. Uitgangspunt is de maakbare mens. Waarom zouden we geen 300 jaar kunnen worden? Met wat sleutelen en prutsen aan ons onvolmaakte lichaam met behulp van microchips en genetische manipulatie moet het mogelijk zijn een superieure mens te maken. Wanneer hebben we dat meer gehoord?

Op naar het tijdperk van de posthumane mens?

Het magische, het mythische en het heilige van het bestaan

Je komt deze visie ook tegen in de discussies over hersendood en orgaantransplantaties. Een visie die ervan uitgaat dat er na de dood geen bewustzijn meer is en die ook het bestaan van een ziel ontkent. Dit werd treffend verwoord in een artikel op de podiumpagina van dagblad Trouw. Marianne de Nooij, geestelijke in de Christengemeenschap Amsterdam, vertelt over de uiteenlopende situaties waarin zij als geestelijke te maken had met stervenden en gestorvenen en in de eerste dagen na hun heengaan opmerkelijke ervaringen had opgedaan.

Deze ervaringen brachten in haar een diep beleven van waarheid teweeg en bevestigden het gezichtspunt dat een gestorvene gefaseerd sterft en na ca. drie dagen daadwerkelijk een nieuwe weg in gaat. Zij wil dan ook aan degenen (ook politici) die geloven dat na de hersendood alles voorbij is en het Grote Niets begint, het appèl doen om hun dogma te relativeren en de blik te verruimen.

In haar huidige beroep van geestelijke in de Christengemeenschap (de Andrieskerk in Amsterdam) werkt zij in een omgeving waar het als vanzelfsprekend wordt beschouwd, dat een mens niet op één bepaald ogenblik sterft. De wezenskern van een mens - zijn ziel - laat het lichaam los in een proces dat enkele dagen in beslag neemt. In deze dagen wordt dan ook gewaakt bij de overledene. ‘De wakenden doen menigmaal de ervaring op dat er zeer gedetailleerde herinneringen aan de gestorvene bovenkomen, waarvan men zich niet bewust was dat men die had.'

De mens is niet simpelweg te klonen, in een machine te vangen of in 3D te printen. Hier is ook geen app voor. Dan zien we zulke wezenlijke zaken, zulke diepere aspecten en dimensies over het hoofd: dat is niet in woorden uit te drukken. Dit is in haar ogen een expressie van pure onwetendheid of simpelweg pure arrogantie.

Marianne de Nooij schreef dit artikel naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van Pia Dijkstra (D'66) over het opnemen van een Actief Donorregistratiesysteem dat op dat moment ter beoordeling bij de Eerste Kamer lag 6). Onlangs werd het besproken door de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die het wetsvoorstel voorbereidt. In het publieke debat over dit wetsvoorstel is echter nog nauwelijks aan de orde gekomen wat het uitnemen van organen zou kunnen betekenen voor de gestorvene zelf, voor zijn verdere weg na de drempelovergang die wij ‘dood' noemen, waarover ook Yfke Laanstra in haar boek het nodige zegt. Aangezien de gestorvenen ons daarover niet kunnen terugrapporteren, is onderzoek daarnaar geen eenvoudige zaak. Als microbiologe is Marianne de Nooij goed op de hoogte van de natuurwetenschappelijk bewijsbare beschrijving van het sterven, maar het is kenmerkend hoe mensen met een andere kijk soms worden weggezet.

Yfke Laanstra raakt de kern als zij vaststelt hoe we almaar verder verwijderd raakten van het magische, het mythische en het heilige van het bestaan. Van onze oorsprong en van onze ware natuur. We raakten uit contact met ons innerlijk weten omtrent onze voeding. Voeding voor lichaam, ziel en geest. We stelden de industrie boven de natuur en besloten dat de natuur zelfs in veel gevallen hiervoor plaats diende te maken. We komen echter voort uit de natuur en zijn eruit opgebouwd. De natuur bevat onze broncode. Wanneer we onze relatie met de natuur weer willen versterken of zelfs herstellen dan is het van belang dat we begrijpen hoe we haar zien en benaderen.

To Be a Machine

In zijn boek To Be a Machine ontmoet schrijver O'Connell neurowetenschappers die zich bezighouden met kunstmatige intelligentie en de vraag wanneer die de menselijke intelligentie zal overstijgen.

Maar hoe interessant en soms zelfs geloofwaardig O'Connell de transhumanisten die hij spreekt ook vindt, hij kan zich niet ontdoen van de overtuiging dat de betekenis van het leven onlosmakelijk verbonden is met de lichamelijkheid daarvan. ‘Zijn de meest betekenisvolle ervaringen die we hebben niet vooral fysieke ervaringen?' zo vraagt hij zich af. Voor O'Connell blijft deze intuïtie uiteindelijk overeind staan: dat het besef van onze eigen sterfelijkheid, hoe bizar en vreselijk ook, ons tot mens maakt. Tegelijkertijd is het menselijk, al te menselijk, om aan diezelfde sterfelijkheid te willen ontsnappen.

Van die ironie is To Be a Machine doordrenkt. Het maakt dat het niet alleen een boek is over de mensheid van de toekomst, maar vooral over de mensheid in het hier en nu: de bètamens, suboptimaal, behept met een haperend lichaam, en ondanks alles toch veel te snel afstevenend op het einde.

Er is op zich niets mis met technologische ontwikkelingen. Waar ik tegenaan hik is vooral het voorbijgaan aan de essentie van ons mensen en dat wat ons bezielt. Een ontwikkeling die steeds meer mensen terecht zorgen baart en vooral de grote nadruk die er in de technologische wereld wordt gelegd op de robotisering. Een ontwikkeling waarin bewustzijn en ziel er niet meer toe lijken te doen. Er is immers zoiets als non-lokaal bewustzijn en bewustzijn buiten de hersenen. En bewustzijn sterft nooit en kan niet worden overgeplant. En stel dat er zo'n cyborgiaanse samenleving ontstaat, dan lijkt me dat geen aanlokkelijk idee. Wat de uitkomst ook zal zijn: de transhumane mens, robotmens of cyborg, een mens met een tig aantal nieuwe organen, de ziel en het bewustzijn van zeven miljard mensen zal nooit gedoofd kunnen worden.

Maar de ontwikkelingen die ik schetste zijn wel zorgwekkend.


1) Dit artikel werd met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit het tijdschrift Terugkeer naar Levenslicht, 1e jrg. Nr. 3, najaar 2017.

2) De aanhangers van deze filosofie noemen zich ‘transhumanisten' en beweren dat de mens is beland in het post-Darwintijdperk en zijn evolutie in eigen hand kan gaan nemen.

Transhumanisten onderschrijven over het algemeen de standpunten van het traditionele humanisme maar beogen wel het tot de uiterste grens te verkennen en zelfs te overstijgen. Zij propageren dat de mens zich fysiek zal en moet verbeteren of, naar analogie met computers en software, upgraden met technieken als nanotechnologie, genetische manipulatie en verregaande integratie van computertechniek in het menselijk lichaam. Het doel waar transhumanisten naar streven is om posthumanisten te worden.

Transhumanisme is eigenlijk een vorm van eugenetica. Het is het verminderen van de menselijke factor in de mensheid, in het belang van de controlerende elite.

3) Yuval Harari: Homo Deus - Een kleine geschiedenis van de toekomst. De Bezige Bij, 2017. Zie ook: Yuval Harari: Sapiens - Een kleine geschiedenis van de mensheid. De Bezige Bij 2015.

4) In de film The Matrix komt computerhacker Neo (Keanu Reeves) erachter dat het leven op Aarde niets meer is dan een computersimulatie, opgezet door machines om de mensheid in bedwang te houden. Hij wordt door enkele vrijheidsstrijders uit deze matrix gehaald en samen met hen begint hij een strijd tegen de machines om de mensheid haar vrijheid weer terug te geven.

5) Een singulariteit is in de kosmologie een punt met een oneindig klein volume en een oneindig grote dichtheid. De ruimte/tijd is hier zo sterk gekromd, dat ruimte en tijd feitelijk ophouden te bestaan. Dit heeft onder meer tot gevolg dat ook de in de gewone natuurkunde geldende wetten in een singulariteit niet meer geldig zijn. Wellicht vinden er in of in de buurt van een singulariteit allerlei processen plaats die in de huidige exacte wetenschap nog onbekend zijn.

Technologische singulariteit is een omstreden transhumanistische toekomstvisie. Ze voorspelt dat rond 2045 kunstmatige intelligentie zichzelf zal verbeteren, en daardoor meer invloed krijgt op de richting waarin de maatschappij zich beweegt dan de mens zelf.

6) Inmiddels is dit initiatiefvoorstel daar met een kleine meerderheid aangenomen. (red.)

Overgenomen uit https://www.teilharddechardin.nl GAMMADELTA JRG. 5 14 NR. 2 – MAART 2018

 

naar boven