De Esoterische Evolutie 

Oorsprong en ontwikkeling van aarde en mensheid

Inleiding

Op dit gedeelte van mijn website treft u in de vorm van hoofdstukken een serie artikelen aan, die ik oorspronkelijk schreef voor het tijdschrift Verwachting. Ze hebben als onderwerp 'de esoterische evolutie'. In deze inleiding vertel ik waar dit begrip voor staat. Zo krijgt u een indruk van de brede thematiek die in de verschillende hoofdstukken aan bod komt.

Wat betekent 'esoterische evolutie'?

Met het woord 'evolutie' wordt aangegeven dat er sprake is van een proces waarin iets levends zich geleidelijk, via kringlopen of cycli, naar een hoger niveau ontwikkelt, doordat er steeds iets nieuws wordt ingevoegd. Zo vindt vooruitgang, ontwikkeling, plaats.

Met 'esoterisch' wordt bedoeld: afkomstig uit scheppende goddelijke gedachten.

Je kunt 'esoterische evolutie' dus begrijpen als een cyclische ontwikkeling die van scheppende goddelijke gedachten uitgaat en waarbij in de loop van deze ontwikkeling iets wezenlijk geestelijks stap voor stap in verschijning treedt.

Alles is uit het goddelijke voortgekomen

Alles wat leeft en een uiterlijke vorm bezit die we met onze fysieke zintuigen kunnen waarnemen, is oorspronkelijk uit de goddelijke gedachten van scheppende wezens voortgekomen en wordt erdoor onderhouden. Dat geldt voor de aarde, de mensen, de dieren en de natuur, maar ook voor het universum met al zijn planeten en zonnestelsels.

Overal kunnen we die geestelijke grondslag, als we voor deze gedachte openstaan, in de uiterlijke vormen herkennen. Het is te zien in de wijze waarop de natuur en de kosmos geordend en gevormd zijn en wijsheid en schoonheid uitstralen. In het feit dat wij mensen denkende, voelende en willende wezens zijn die een eigen, zelfstandig bewustzijn bezitten en zelfbewust en doelgericht kunnen handelen. Maar ook in de zinvolle verbinding en wisselwerking die er tussen al het levende bestaat: de mensen, de dieren, de natuur, de kosmos en de geestelijke wereld.

In het eerste hoofdstuk van deze serie wordt een gesprek weergegeven uit de oudheid tussen de grote ingewijde Hermes Trismegistus en zijn leerling Asclepius. Een van de vragen die Asclepius stelt is: 'Is God ook in de materie aanwezig?' Hermes antwoordt daarop: 'Jazeker, hij is ook in de materie. Wat zou zij anders zijn dan een chaotische massa als zij geen uitstralingen zou ondergaan? En als zij door uitstralingen bewerkt wordt, van wie gaan die dan uit?'

Ooit geheime kennis

In die oudheid, duizenden jaren voor Christus, was de kennis over de goddelijke basis van al het bestaande algemeen bekend, maar in haar essentie en diepere betekenis geheim. Vandaar dat zij binnen de mysterieplaatsen als esoterische kennis verborgen werd gehouden. Naast ingewijden mochten alleen geestesleerlingen op weg naar een inwijding deze verborgen leer tot zich nemen.

Waarom was dat zo? Omdat de mensen in die tijd in een andere fase van ontwikkeling verkeerden dan wij mensen van tegenwoordig. De evolutie bevond zich toen in een proces van afdaling van de geestelijke wereld naar een bestaan op aarde. Een bestaan dat erop gericht was dat mensen zich met de fysieke aardewereld zouden verbinden en tot zelfstandigheid en zelfbewustzijn zouden komen.

In onze tijd, tweeduizend jaar nadat de scheppende godheid, Christus, naar de aarde kwam en zich via het Mysterie van Golgotha met ons mensen verbond, is die situatie totaal veranderd. Wij zijn niet langer afhankelijk van de goddelijke wereld op de wijze waarop de mensen in de oude tijd dat nog wel waren. We zijn vrije en zelfstandige persoonlijkheden geworden in wie sinds Golgotha de Christuskracht leeft en werkt. Daarmee is de eerste grote opgave van de menselijke evolutie vervuld.

Nieuwe verbinding met de wereld van de Geest

Maar we zijn er als mensheid nog lang niet. Op de weg die wij gaan, wordt nu van ons een volgende grote stap gevraagd, namelijk om ons vanuit die verkregen zelfstandigheid en dat zelfbewustzijn met behulp van de innerlijke Christuskracht op een nieuwe wijze weer te verbinden met de wereld van de geest.

Anders gezegd: om vanuit de bewustzijnskracht van onze innerlijke geest wijsheid te ontwikkelen en liefdekracht. Want in het vanuit vrijheid en zelfbewustzijn ontwikkelen van wijsheid en liefdekracht ligt de eigenlijke opdracht van de mensheid.

Dat betekent dat het er in onze tijd juist om gaat de geestelijke grondslag die ooit verborgen was, te leren kennen en door ons heen er te laten zijn.

Deze opdracht hangt samen met het feit dat wij mensen voorbestemd zijn om toe te groeien naar steeds hogere niveaus van bewustzijn en bestaan. Om ooit, net als de Engelen, zelf scheppende geestelijke wezens te worden.

Rudolf Steiner

Rudolf Steiner is te beschouwen als een van de belangrijkste spirituele leraren van onze tijd. In deze serie over de esoterische evolutie baseer ik mij voornamelijk op zijn geesteswetenschappelijk onderzoek.

Hij zag het als zijn opdracht mensen te wijzen op deze nieuwe weg naar de geest, die via Christus verloopt.

Rudolf Steiner was behalve natuurwetenschapper en filosoof ook helderziend onderzoeker van de geestelijke wereld. Door die eigenschappen en vermogens kon hij de verbinding leggen tussen de wereld van de geest en de wereld van de uiterlijke, fysieke materie die door de natuurwetenschap wordt bestudeerd en die we dagelijks om ons heen zien.

De geestelijke werkelijkheid die in alles werkt wat leeft en daar de bron van is, kunnen wij mensen in deze tijd net zo leren waarnemen en kennen, zei hij, als de uiterlijke, fysiek waarneembare wereld.

Een belangrijke voorwaarde is wel, dat je wat je ziet of leest onbevangen in je opneemt, innerlijk doorleeft en doordenkt en van binnenuit voelend en tastend probeert te begrijpen. Doe je dat, dan wijst het innerlijke gevoel van waarheid dat ieder mens in zich heeft je de weg naar waarheid en dieper inzicht.

Antroposofie, geesteswetenschap en esoterisch christendom

Rudolf Steiner noemde zijn geesteswetenschap 'Antroposofie'. Dat betekent: 'wijsheid van de mens'.

In de Antroposofie staat het esoterische aspect van het christendom centraal. De verbinding die Christus met de mensheid en de aarde aanging, vormt het scharnierpunt in onze menselijke evolutie.

Van toen af was het de mensheid weer mogelijk op te stijgen naar de hogere bewustzijnswereld van de geest.

Rudolf Steiner beschreef de grondslagen van de Antroposofie in een aantal fundamentele geschriften. Daar greep hij in zijn voordrachten – die gebundeld gepubliceerd werden - steeds weer op terug. Een van de belangrijkste en meest omvattende werken is zijn boek De wetenschap van de geheimen der ziel. Daarin geeft hij een gedetailleerde en beeldende schets van het ontwikkelingsproces van aarde en mensheid. Behalve dat beschrijft hij ook de relatie tussen de mensheid en de zich eveneens in ontwikkeling bevindende kosmos. Daarnaast schreef hij boeken als Theosofie en De weg tot inzicht in hogere werelden, waarin hij onder meer de weg aangeeft hoe je zelf tot geestelijk inzicht kunt komen.

Bewustzijn van oorsprong en toekomst

Vanuit zijn omvangrijke spirituele kennis vertelt Rudolf Steiner in zijn werken over de geestelijke oorsprong van de wereld en over de geestelijke krachten die via hoge geestelijke wezens tot op de dag van vandaag in de ontwikkeling van de mensheid en de wereld werken.

Hij geeft daarbij ook een blik in de toekomst. Daarin wordt voorzien dat aarde en mensheid zich ooit weer zullen ontwikkelen naar een meer geestelijk bestaan nadat zij de noodzakelijke zintuiglijk waarneembare fysieke fase hebben doorgemaakt en daaraan gegroeid zijn.

De mens, wij allemaal dus, gaat vanuit zijn oorspronkelijke, geestelijke bestaan in de geestelijke wereld een weg op de voor hem toebereide aarde. Zijn lichamelijkheid komt daarbij tot ontwikkeling, maar ook zijn zieleleven, zijn ik en zijn persoonlijkheid. In die fase verkeren wij nu.

Maar de weg gaat, zoals gezegd, verder: het is de bedoeling dat wij door bewuste scholing geleidelijk aan ook de hogere, geestelijke mens die in ons leeft, tot ontplooiing brengen. Die geestelijke mens in ons bestaat uit verschillende aspecten die we stap voor stap kunnen ontwikkelen. In de oosterse wijsheid heten ze 'manas, boeddhi en atma'. Rudolf Steiner noemt ze meestal: 'geestzelf, levensgeest en geestmens'.

Ontwikkelingsweg

Samengevat kunnen we zeggen dat de esoterische evolutie een gigantische ontwikkelingsweg laat zien waarin de aarde, de mensheid en de natuur vanuit een oorspronkelijk zuiver geestelijke toestand via tussenfasen in warmte, lucht, licht en waterachtige toestanden stap voor stap afdalen in het fysiek-materiële bestaan waar wij nu in leven.

In die fysiek-materiële wereld leren wij mensen in steeds weer nieuwe incarnaties onze weg te gaan en met vallen en opstaan zielsmatig en geestelijk steeds verder te groeien naar hogere niveaus van bewustzijn, moraliteit en menszijn.

Kort gezegd: de esoterische evolutie laat zien waar we vandaan komen, waar we naar op weg zijn en waar het in ons menszijn om gaat.

De opgave van de Antroposofie

De Antroposofie beschouw ik bij uitstek als dé vorm van esoterische wijsheid die bij onze tijd past.

Het is haar opdracht om op een nieuwe wijze bewustzijn te wekken voor de weg die wij als mensheid gaan. Met deze serie over de esoterische evolutie wil ik aan de kennis daarvan bijdragen.

Uiteraard kan zij niet meer zijn dan een schets.

Tot slot: het zal u opvallen dat er in de teksten regelmatig herhalingen voorkomen. Dat was onvermijdelijk in het kader van een artikelenreeks die zich over een groot tijdsbestek uitstrekte.

Maar misschien is het ook een hulp, om de niet altijd makkelijke inhoud van verschillende kanten te kunnen bekijken.

Margarete van den Brink

© Margarete van den Brink 2007-2025 - www.margaretevandenbrink.nl

 

naar boven