![]() |
De esoterische evolutie - 21De slang in het paradijsDe ontwikkelingsperioden van de Aarde:
De tuin van EdenDe Bijbel vertelt dat God de Heer na zijn zes-dagen scheppingswerk en zijn rustdag op de zevende dag, overging tot de vorming van de mens. Hij vormde hem uit stof, blies hem de adem in en maakte hem zo tot een levend wezen (Genesis 2:7). Vervolgens legde God de Heer in het oosten, in Eden, een tuin aan en plaatste daarin de mens. Genesis vertelt dat midden in die tuin, naast ander geboomte, twee bijzondere bomen stonden: de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad. Aansluitend wordt beschreven hoe de rivier de Pison met haar vertakkingen door de tuin heen loopt. Genesis 2:15 vertelt dat de mens in de tuin van Eden werd gebracht om die te bewerken en erover te waken. Wel werd er één uitermate belangrijke voorwaarde gesteld: van alle bomen in de tuin mocht de mens eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad. Wanneer je daarvan eet, zo zei God de Heer, zul je onherroepelijk sterven. Dan gaat Genesis over op de beschrijving van de schepping van de vrouw (Genesis 2:18-25). Uit voorgaande hoofdstukkenIn de voorgaande hoofdstukken over het scheppingsproces in Genesis werd duidelijk dat met God de Heer, Jahweh-Elohiem wordt bedoeld, de Elohiem die met het maangedeelte van de Aarde verbonden bleef en vandaaruit scheppend actief was op Aarde. Het is belangrijk te beseffen dat de mens van vlees en bloed zoals wij hem nu kennen, toen nog niet bestond. In de vroeg Lemurische tijd bezat hij nog slechts een waterachtig, in wording verkerend fysiek lichaam. Ook het etherlichaam en het astraallichaam waren nog in opbouw. Het is in deze constellatie dat Jahweh-Elohiem hem zijn adem inblies. Daarmee werd de voorloper van de mens de allereerste kiemen van een eigen ik ingedruppeld. Het is dankzij dit geschenk van de Elohiem dat wij mensen miljoenen jaren later in staat zijn zelfbewustzijn te ontwikkelen. In die oertijd in Lemurië was de wordende mens nog dubbelgeslachtelijk, vrouwelijk-mannelijk ineen. Er had nog geen scheiding in geslachten plaatsgehad. Dat gebeurde pas op het moment waarop in de Bijbel over de schepping van de vrouw gesproken wordt, in Genesis 2:18-25. Toen trad het allereerste begin van de scheiding in twee geslachten op, dat wil zeggen in afzonderlijke mannen en vrouwen. De slangEn dan verschijnt in Genesis 3:1 ineens de slang ten tonele, de sluwste van alle dieren. Hij spreekt de vrouw aan en vraagt of het waar is dat zij en haar man van geen enkele boom in de tuin mogen eten. De vrouw antwoordt dat zij van alle bomen mogen eten, behalve van de vruchten van de boom die in het midden staat. 'Doen we dat toch, dan zullen we sterven'. De slang trekt de uitspraak van God in twijfel door te zeggen: 'Jullie zullen helemaal niet sterven. Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, en dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad'. De vrouw kijkt opnieuw naar de heerlijke vruchten en vindt het een aanlokkelijk idee dat daarmee ook verstand en wijsheid te verkrijgen is. Ze plukt daarom een paar vruchten en eet ervan. Ook haar man geeft ze en ook hij eet ervan. Op dat moment gebeurt er iets. Hun beider ogen gaan open en ze merken dat ze naakt zijn (Genesis 3:7). Daarop roept God de Heer hen ter verantwoording, veroordeelt hen en stuurt hen weg uit de tuin van Eden, het paradijs. Om te voorkomen dat zij zouden terugkeren en ook van de levensboom zouden eten, plaatste God de Heer in het oosten van de hof van Eden de Cherubs met een heen en weer flikkerend, vlammend zwaard (Genesis 3:24). De aanwezigheid van het kwaad in het paradijsHet gebeuren in het paradijs, de zondeval en de verwijdering van de mens uit de nabijheid van het goddelijke, houdt mensen tot op de dag van vandaag bezig. Waarom gebeurde dit? Waarom was daar de slang die de mens verleidde zich tegen de geboden te keren? Maar ook: Waarom stond God de Heer toe dat dit kon gebeuren? En tenslotte de grote vraag: Waarom was in die harmonische, paradijselijke oertoestand het kwaad al aanwezig en zelfs al actief ? Op die vragen heeft de gangbare theologie tot op heden geen bevredigend antwoord kunnen geven.
In dit hoofdstuk en in de komende zullen we zien welke uitleg Rudolf Steiner als geesteswetenschappelijk onderzoeker vanuit het esoterische christendom aan dit gebeuren in het paradijs geeft. Mogelijk dat we dan verder komen. Om zijn inbreng te kunnen begrijpen moeten we ons eerst bezig houden met de vraag: Welke betekenis heeft de aanwezigheid van het kwaad in de wereld ? Daar gaat dit hoofdstuk over. De rol en betekenis van het bozeRudolf Steiner heeft veel over de krachten van het boze en hun werking in de wereld gesproken en geschreven. Hij maakte duidelijk dat we de aanwezigheid en de werking van het kwaad in en door ons mensen heen moeten zien in het perspectief van de menselijke evolutie. De bedoeling is dat wij mensen innerlijk steeds meer vrij worden en vanuit die toestand van innerlijke vrijheid opstijgen naar hogere niveaus van bewustzijn, moraliteit en bestaan. Het paradoxale is echter dat wij die geestelijke groei alleen kunnen bereiken met behulp van de krachten van het boze. Waarom is dat zo? Bewustzijnsgroei vindt plaats tussen polen. In dit geval tussen de krachten van goed en kwaad. Want alleen door zowel het goede als het boze te ervaren en aan den lijve te ondervinden, worden wij mensen innerlijk wakker. Innerlijk wakker betekent dat we ons bewust worden welke effecten de werking van goede krachten hebben, maar ook die van het boze. Hoe werken zij uit op onszelf, op andere mensen en in de wereld? Pas als wij door eigen ervaring en bezinning bewust worden wat het goede én het kwade bewerkstelligt, kunnen wij bewust stappen zetten op geestelijk gebied. Want dan zijn wij in staat op grond van de inzichten die we verkregen hebben bewust onderscheid te maken tussen wat goed en is en wat kwaad en vandaaruit keuzes te maken en te handelen. Zo ontwikkelen wij geleidelijk aan het vermogen om in gegeven situaties bewust te kiezen. Door deze keuzemogelijkheid én door het feit dat het leven ons steeds weer in situaties brengt waarin we moeten kiezen tussen het goede en het kwade, worden we met vallen en opstaan niet alleen steeds wakkerder en bewuster, maar kunnen we geleidelijk aan ook steeds meer vrij worden. Want vrij word je als je van binnenuit, vanuit de inzichten die je via je innerlijke, geestelijke zelf verkrijgt, bewust de juiste keuze maakt tussen goed en kwaad. Níet omdat een of andere autoriteit of religieuze wetsregel je dit oplegt, maar omdat je dat, gemotiveerd, van binnenuit bewust zélf wilt. En dus vanuit de waarachtigheid en de gezonde oordeelskracht van je eigen innerlijke geest handelt, doet. In ons proces van menswording gaat het er om dat we als mens vrij en bewust worden en levend vanuit de innerlijke geest waarneemt, invoelt en beslissingen neemt. Heel onze evolutionaire ontwikkeling is daar op gericht. Ooit zullen wij mensen zo, als wij vanuit innerlijke bewuste moraliteit en vrijheid een hoog geestelijk niveau hebben bereikt, de tiende hiërarchie van scheppende geestelijke wezens worden. De tiende hiërarchie is de hiërarchie die op die van de Engelen volgt. 1) Dat is het grootse vooruitzicht en vooralsnog het hoge doel dat wij mensen voor ons hebben. Het is vanuit dit perspectief, zegt het esoterische christendom, dat wij naar de aanwezigheid van het boze in de wereld en in ons eigen leven moeten kijken en er mee leren omgaan. De zondeval en de inslag van het boze in de Lemurische tijdWe keren weer terug naar de situatie in de tuin van Eden, het paradijs. Nu wordt mogelijk al iets meer duidelijk waarom in die hemelse sfeer, in de nabijheid van God de Heer, het boze, in de vorm van de slang al aanwezig was. In de serie lezingen die onder de titel Het bijbelse scheppingsverhaal als boek verscheen 2) laat Rudolf Steiner zien dat het verhaal van de zondeval in Genesis een allegorische voorstelling is van de inslag van het boze in het menselijke innerlijk in de Lemurische tijd. En daarmee in de menselijke evolutie. De slang is het symbool van Lucifer. Lucifer, wordt ook Diabolo, duivel, genoemd. Lucifer is de eerste van drie krachten van het boze die de mens op hun weg beproeven. Zijn werking in de mens begon halverwege de Lemurische periode van de Aarde. De tweede kracht, Ahriman, ook Satan geheten, treedt in het menselijke innerlijk op vanaf de Atlantische tijd. De Asoeras, genoemd naar hun leider Asoer of Sorat, de derde kracht, treden in de mensheid op vanaf de Na-Atlantische tijd. De een schept de voorwaarden voor de ingang van de volgende. 3)
Hoe ongelooflijk het ook klinkt: als geestelijke krachten kregen zij vanuit de allerhoogste goddelijke leiding de opdracht om ten behoeve van de bewustzijnsontwikkeling van de mensheid tegenwicht te bieden aan de krachten van het goede. 4) Dat maakt duidelijk waarom het boze al in het paradijs aanwezig was. Hun opdracht een tegenwicht te vormen maakt dat zij als negatieve krachten ook 'de tegenkrachten' worden genoemd. Het offer van de negatieve krachtenRudolf Steiner vertelt dat deze krachten van het boze ooit tot de 'goede' hemelse hiërarchieën behoorden. Dat wil zeggen geestelijke wezens waren die in dienst stonden van het licht en de vooruitgang. En deel uitmaakten van de derde hiërarchie. De derde hiërarchie bestaat uit Engelen, Aartsengelen en Archai. Lucifer behoorde ooit tot de groep van de Engelen, Ahriman tot die van de Aartsengelen en de Asoeras tot de Archai of Geesten van de Persoonlijkheid. Om hun rol in de menselijke evolutie te kunnen vervullen scheidden zij zich af en werden meer en meer tot krachten van het kwaad. Daarmee brachten zij als geestelijke wezens het offer af te zien van een normale ontwikkeling zoals normaliter voor geestelijke wezens geldt. Het is dankzij dit offer dat wij mensen de mogelijkheid kregen om de ruimte en de vrijheid te ontwikkelen die wij voor onze verdergaande evolutie nodig hebben. Ooit, in de verre toekomst, als wij mensen met behulp van de Christuskracht onze innerlijke geest tot hogere hoogtes hebben gebracht, zullen wij deze geestelijke wezens, die ter wille van onze ontwikkeling krachten van het boze werden, helpen weer vrij te worden. En hen zo te verlossen van de hun opgelegde taak. Hoe engelen tot gevallen engelen werdenIn een van zijn lezingen vertelt Rudolf Steiner wat er moest gebeuren opdat bepaalde geestelijke wezens zich los konden maken uit de samenhang van de hemelse hiërarchieën en krachten van het boze werden. Omdat hij dat zo indrukwekkend beschrijft en dit van belang is voor het begrijpen van ons onderwerp, hieronder iets meer daarover. De geestelijke wezens van het licht die tot de derde hiërarchie van goddelijke wezens behoren, zei hij, kennen geen zelfstandig innerlijk leven zoals dat bij ons mensen tegenwoordig het geval is. Hun innerlijk en bewustzijn zijn geheel en al gevuld en vervuld van de inhouden, de waarheden en de moraliteit van de hogere geestelijke werelden, de hogere geestelijke hiërarchieën. In dat uit hoge hoogten binnen stralende leven, in die continue geestelijke openbaring, beleven zij zichzelf. Doordat zij zo geheel en al vervuld zijn van deze hoge geestelijke substantie, leven de engelen in een sfeer van absolute waarheid en waarachtigheid. Ja ís hun wezen waarheid en waarachtigheid. Leugen, onwaarheid en onwaarachtigheid bestaan niet in hun werelden. 5) Toch gebeurde het dat in die hoge geestelijke sfeer op een gegeven moment in een aantal wezens van de derde hiërarchie, na het 'bevel' van de hoge goddelijke leiding, de drang ontstond om niet langer geheel en al afhankelijk te zijn van de instroom en openbaring van de hiërarchische wezens boven hen. Wat zij wilden was een eigen leven, een eigen binnenwereld hebben die niet langer geheel en al vervuld was van de wezens van de hogere hiërarchieën. Ze wilden een zelfstandig innerlijk leven bezitten. Wat zij zochten was een gevoel van kracht, van zelfstandigheid en van vrijheid ten opzichte van de rest van de geestelijke wereld. Om dat te bereiken moest er iets gebeuren wat ongehoord was in die werelden. Als engelwezen moesten zij er toe overgaan hun eigen natuur te verloochenen en zich af te snoeren en zo ook af te scheiden van de wezens van de hogere hiërarchieën. Om vervolgens uit die afgesnoerde geestsubstantie een eigen innerlijk op te bouwen. En dat is wat zij gedaan hebben. Door deze daad ontstond naast de geesten van de derde hiërarchie, de (goede) engelen, een tweede categorie geestelijke wezens: de luciferische wezens. Doordat zij afgesnoerd raakten van de instromende openbaring van de boven hen staande hiërarchische wezens, werd hun bewustzijn verduisterd. Het gevolg was dat zij niet langer leefden in de sfeer van waarheid en waarachtigheid van de engelenwereld. Onwaarheid en leugen deden hun intrede in hen. Zo werden zij gaandeweg 'gevallen engelen' en krachten van het boze. Afgesloten van de hemelse hiërarchieën richtten zij zich in het oerverre verleden – nog vóórdat de Aarde bestond – in de fase van de 'Oude Maan' en daarvoor, al op de mens. Door zich aan de mens te binden proberen zij verder te ontwikkelen en hun eigen kracht en macht te versterken en uit te breiden. Met dat doel voor ogen traden zij in de Lemurische tijd als eerste door Lucifer via het astrale lichaam het innerlijk van de mens binnen. Dat gebeurde ongeveer in dezelfde tijd dat het ik door Jahweh-Elohiem ingedruppeld werd. Tussen beide gebeurtenissen bestaat dan ook een diepgaand verband. In het volgende hoofdstuk meer over de achtergronden van de zondeval. Bronnen1. Rudolf Steiner, Kosmische Hiërarchieën, De evolutie van aarde en mensheid, GA 110, 18 april l909, 's avonds. 2. Rudolf Steiner, Het Bijbelse scheppingsverhaal. GA 122. 3. Zie Rudolf Steiner, Lucifer, Ahriman, Asoeras, uitgegeven door Pentagon (uit GA 107) en GA 107, Geisteswissenschaftliche Menschenkunde, 8 december l908: Das Wesen der Erbsünde en GA 127, Die Mission der neuen Geistesoffenbarung, 3 mei l911: Erbsünde und Gnade. 4. Zie 1. 5. Rudolf Steiner, Die geistigen Wesenheiten in den Himmelskörpern und Naturreichen, GA 136, 8 april 1912. Uitgebreide informatie (in het Duits) over de werking van de tegenkrachten: https://anthrowiki.at: 'Widersacher' of 'Das Böse'. Engelse vertalingen van de voordrachten zijn te vinden op https://www.rsarchive.org © Margarete van den Brink 2007-2025 - www.margaretevandenbrink.nl
|