De esoterische evolutie - 25 

Wat is leven?

Ooit zullen wij mensen, in de verre, verre toekomst, als onze geestelijke vermogens veel sterker geworden zijn, niet alleen hogere graden van bewustzijn bereiken. Maar ook op een hoog niveau scheppend werken. Dat zal zo ver gaan dat wij in die heel verre toekomst levende wezens zullen scheppen. Levende wezens als planten en dieren en uiteindelijk zelfs mensen. Dat komt omdat dan – door toegenomen geestelijke vermogens - de kracht van de goddelijke levensgeest, de Zonnelogos, zó sterk in ons zal werken dat we op een steeds hoger niveau leven kunnen laten ontstaan. Dat zal in een tijd zijn waarin wij mensen dankzij de lessen van de boom van kennis van goed en kwaad, zover ontwikkeld zijn dat wij over de scheppende krachten van de boom des levens beschikken.

Onze menselijke toekomst

Als mensen zijn wij op weg naar een hoge toekomst.

Het is daarom van groot belang dat wij steeds opnieuw een helder beeld scheppen van de weg die wij als mensheid gaan. En ons daarbij bewust zijn wat 'leven' is en wat 'het scheppen van leven' inhoudt.

Dat betekent dat we niet alleen moeten beseffen welk hoog doel de hoge goddelijke wezens van de oertijden af met de mensheid voor hebben. Maar ook dat wij onder ogen moeten zien dat dit hoge beeld van de mens in een tijd als de onze waarin als gevolg van de toenemende vertechnisering en de daarmee gepaard gaande vertroebeling en misleiding van het denken, steeds meer onderuit gehaald zal worden.

Daardoor zal er steeds meer verwarring ontstaan over de fundamentele vraag: Wie is de mens? En: 'Wat is leven?'

De vraag wat het verschil is tussen enerzijds techniek en machine, en anderzijds de mens en de levende werkelijkheid, zal steeds wezenlijker en urgenter worden.1)

Er is daarom alle reden om de aandacht te richten op wat het esoterische christendom, de antroposofie, over de menselijke ontwikkeling te zeggen heeft en de specifieke aanvullingen die Rudolf Steiner gegeven heeft. Zo wordt het mogelijk steeds opnieuw een waarheidsgetrouw beeld te vormen van wat de levende realiteit van ons menszijn en van de aarde inhoudt en welke onvoorstelbaar hoge scheppende geestelijke wezens daar in werkzaam zijn.

Schepper op het gebied van het minerale

Het is interessant te beseffen - Rudolf Steiner wees daar op - dat wij mensen ook nu al, in onze huidige tijd, scheppers zijn. Niet op het gebied van het leven maar wel op het gebied van het mineraal-stoffelijke.2) Het mineralenrijk maakt naast het levende planten-, dieren- en mensenrijk, deel uit van de aardewereld en bestaat uit anorganische, materiële, dode, stoffelijkheid.

Wat kunnen wij ons bij 'het scheppen het gebied van de minerale stoffelijkheid' voorstellen ? We creëren kunstwerken, bouwen hoge flatgebouwen en construeren uitermate ingewikkelde machines als smartphones, robots, satellieten, enzovoort. We doen dat door stoffen uit het minerale rijk als metalen, mineralen, zand, en materialen van kunststof, e.d. te combineren en daar producten van te maken.

Deze vorm van scheppen is mogelijk, zegt de geesteswetenschap, omdat de mens van nu, levend op Aarde, in onze tijd heerser geworden is in het minerale rijk. Dat wil zeggen, in staat is zich de krachten en middelen van het minerale rijk eigen te maken en daar wat mee te doen. Het enige waar hij door beperkt wordt zijn de wetten die in de fysiek-materiële stoffelijke wereld gelden. Die bepalen zijn grenzen.

Vanuit de drie andere rijken (het levende plantachtige, dierlijke en menselijke) kan de mens niet scheppen. Nog niet. Hij kan bijvoorbeeld niet vanuit zijn eigen gevoel of denken een levende plant of een levende cel tevoorschijn brengen zoals hij nu in gedachten wel een beeldhouwwerk of een machine kan scheppen.

Iets levends scheppen zal volgens de geesteswetenschap pas mogelijk zijn als de mens zijn geestelijke kern, het geestelijke zelf, ontwikkeld heeft. Dat zal het geval zijn in een toekomstige situatie van de Aarde als het minerale rijk verdwenen is, het plantachtige, etherische overheerst, en alles wat bestaat alleen levende, plantachtige vormen kent. 3)

Experimenten met betrekking tot het levende

Het voorgaande wil niet zeggen dat de huidige wetenschap zich in onze tijd beperkt tot de wereld van de minerale stoffelijkheid. Ook nu al willen wetenschappers leven scheppen.

Met dat doel voor ogen bestuderen zij welke geheimen aan het levende ten grondslag liggen.4) Zo proberen zij kunstmatige cellen te fabriceren die dezelfde basisfuncties bezitten als de levende cellen in de natuur. Daarmee hopen zij inzicht te krijgen in de geheimen van het levende. Zij kiezen voor de cel omdat er van uitgegaan wordt dat de cel de basiseenheid van het leven is.

Een van de wetenschappers die zich met dit vraagstuk bezighoudt is Cees Dekker, hoogleraar nanobiologie aan de TU Delft. Dekker is naast wetenschapper, gelovig christen en belijdend lid van een kerk. Als zodanig ziet hij het leven als een geschenk van God. Net als andere wetenschappers hoopt ook hij in zijn laboratorium door nabootsing van een levende cel, een werkende, kunstmatige cel te bouwen. En zo het geheim van het leven op het spoor te komen.

De mens en de materie

Tegelijk is hij zich er ten volle van bewust dat geen enkele wetenschapper ter wereld nog precies weet wat leven is. Dat betekent, zegt hij, dat de huidige wetenschap vragen als 'Wat is leven?' 'Hoe werkt leven?' 'Wat maakt een levende cel anders dan levenloze moleculen ?' niet kan beantwoorden. 'We kunnen een lijstje opstellen van eigenschappen van leven op celniveau, maar de essentie van wat leven is, begrijpen we niet'. 5) Toch is hij er van overtuigd dat het via de synthetische biologie ergens de komende jaren zal lukken meer inzicht te krijgen in wat de essentie van het leven is.

Eenzelfde optimisme is te vinden bij Lee Cronin, hoogleraar chemie aan de Universiteit van Glasgow. Ook hij is bezig met onderzoek naar nieuwe levensvormen. Als aanhanger van de darwinistische evolutietheorie meent hij dat het leven op aarde vanzelf, bij toeval, is ontstaan en dat het daarom ook na te maken is. 'Dat gaat wellicht makkelijker dan we denken', zegt hij. Hij heeft er speciale machines voor ontwikkeld en gaat er van uit dat deze ooit iets zullen ontdekken dat bruikbaar is. 6)

Het dwaalspoor van de huidige wetenschap

Wat we zien is dat hier, in de gangbare wetenschap, geprobeerd wordt het geheim van het levende te ontfutselen aan de dode stoffelijkheid van het minerale rijk. Om dan via machines of via dode moleculen, nieuw leven te kunnen scheppen. De vraag is: Gaat hen dat lukken ?

Als wij deze vraag aan Rudolf Steiner zouden voorleggen zou hij dat beslist ontkennen. Het is volstrekt onmogelijk, zei hij, om vanuit dode stoffelijkheid, het leven te begrijpen en vandaaruit nieuw leven te creëren. Wie dat denkt, snapt niets van wat leven is. Het levende is niet uit het dode voortgekomen, maar het dode uit het levende. Dat leven voort zou kunnen komen uit het dode is een onzinnige veronderstelling. 7)

Het bewijs dat alles wat we om ons heen zien, inclusief de minerale stoffelijkheid, uit het levende is voortgekomen zijn we in de afgelopen hoofdstukken van deze serie steeds weer tegengekomen. De Aarde is vanaf haar oerbegin - en nog steeds - een levend organisme. Zonder dat zou er op Aarde immers geen leven mogelijk zijn.

Het rijk van de dode, materiële stoffelijkheid, het minerale rijk, ontstond op Aarde pas als gevolg van afscheidingsprocsen uit het levende en door een steeds verder gaande verstening en verharding van die afscheidingen. 8) We komen deze tegen in de vorm van zand, steen, rotsen, bergen, metalen, mineralen, zouten, kalksoorten, enzovoort, en ook in de vorm van botten en skeletten in dieren en mensen. Zij zijn allen het resultaat, of de fysiek-minerale uitdrukking, van wat in eerdere tijdperken van de Aarde, levende kosmische processen waren.

Etherkrachten of levenskrachten

Wanneer is er sprake van levende materie of een levende cel ? Materie en cellen zijn levend, zegt de geesteswetenschap, als ze doordrongen zijn van levende geestelijke krachten en deze daar in werkzaam zijn. De geestelijke krachten die leven brengen worden in de esoterie 'etherkrachten' of 'levenskrachten' genoemd. Alles wat op Aarde leven kent: mensen, dieren, planten, cellen, ja heel de levende natuur, is doortrokken van deze ether- of levenskrachten. Vandaar dat zij allen, naast een fysiek-stoffelijk lichaam, ook een etherlichaam bezitten. Het etherlichaam geeft leven aan hun fysieke element en onderhoudt dat ook. De etherkrachten zijn de dragende krachten van alle fysiologische en biochemische processen en daarmee van al het leven op Aarde. 9)

Het voorgaande maakt duidelijk dat dat wat we 'leven' noemen, niet met het gangbare wetenschappelijke denken begrepen kan worden. Dat komt omdat dit denken enkel en alleen van het het fysiek-materiële uitgaat.10) En het geestelijke element ontkent.

Dat brengt ons bij de vraag: als dat wat 'leven' is niet uit de aardse materiële stoffelijkheid voortgekomen is, waar heeft het dan zijn oorsprong ?

De etherwereld en de eigenlijke geestelijke wereld

Het antwoord is dat al het leven op Aarde afkomstig is uit twee niet aards-stoffelijke werelden die intensief met elkaar verbonden zijn: de etherwereld en de eigenlijke, hogere, geestelijke wereld. Zij doordringen elkaar én de aardse werkelijkheid met hun levende, geestelijke krachten die leven-scheppend en leven-onderhoudend werken.

Hoe kunnen we daar een voorstelling van maken?

Laten we beginnen met de etherwereld. De wereld van het etherische met al haar etherkrachten of levenskrachten is geestelijk van aard en behoort als zodanig niet tot de fysiek-materiële aardewereld. Wel is zij er intensief mee verbonden. Aan de ene kant doortrekt het etherische de Aarde van buitenaf als een geestelijke, bovenzinnelijke, kosmische atmosfeer en werkt levenscheppend en vormgevend in op al het aardse. Aan de andere kant strekken haar krachten zich als wereld-etherkrachten tot ver in de kosmos uit en dringen als 'wereldether' door in de hogere gebieden van de geestelijke wereld.

Daarmee vormt de wereld van het etherische als dragende geestelijke substantie de brug tussen de eigenlijke, hogere geestelijke wereld en de aardse materiële werkelijkheid.11)

In de volgende hoofdstukken zullen we zien waarom dat zo is en hoe dat werkt.

Ruimte-legende zuigkrachten

Rudolf Steiner beschrijft de etherkrachten als 'ruimte-legende zuigkrachten' die tegengesteld werken aan de zwaartekracht van de aarde. Terwijl zij het aardse vanuit de kosmos doordringen met hun levenskrachten trekken zij geestelijk aan de aardse stof en laten het leven en groeien. Daardoor krijgen zelfs de hoogste bomen water en sappen tot in hun kruin.

Een ander voorbeeld hoe een etherkracht vanuit de kosmos werkt is het licht. De kracht van het licht kunnen we waarnemen als bijvoorbeeld een zaadkorrel ontkiemt en daar een plant uit groeit die zich steeds verder ontvouwt. De plant breekt door de aarde heen en groeit omhoog, van de aarde af, naar het licht, naar de kosmos. Licht, als etherische kracht, geeft de plant het vermogen tegen de zwaartekracht in omhoog te groeien, te leven, te bloeien en uiteindelijk zelf zaad te vormen. 12)

De etherkrachten zijn de dragers van het leven. Zij zijn echter niet de veroorzaker ervan. 13)

De oorsprong van wat we leven noemen moeten we zoeken in de hogere geestelijke werelden, daar waar de bron van stromend leven zich bevindt.

Daarover gaat het volgende hoofdstuk.


Literatuur

1. Zie hierover o.a. de zesdelige serie Robo Sapiens van de VPRO in 2017:

www.vpro.nl/programmas/robo-sapiens

Zie ook Jos de Mul, filosoof

www.nemokennislink.nl/publicaties/de-mens-zal-zijn-eigen-evolutionaire-opvolger-scheppen

Zie ook: Rob de Lange en Paul Witteman, Sleutelen aan de mens: de zoektocht naar perfectie, Balans, 2015.

2. Rudolf Steiner, Mythen und Sagen. Okkulte Zeichen und Symbole, GA 101, 15 september
1907.

3. Zie noot 2, 16 september 1907. Zie ook Rudolf Steiner, Grundelemente der Esoterik, GA 93A, 5 oktober en 26 oktober l905.

4. www.deingenieur.nl/artikel/nederlanders-gaan-kunstmatige-cel-bouwen

5. Cees Dekker : Babystapjes om het leven te begrijpen, RD, 13-05-2015

6. B. van den Dikkenberg, De lange weg naar het scheppen van leven, RD, 10-15-2017.

7. Rudolf Steiner, Ursprungsimpulse der Geistesgegenwart, GA 96, 16 april 1906.

8. We hebben dat proces van verharding en mineralisering kunnen volgen in de verschillende
afleveringen van deze serie.

9. Zie de website van H. Grill: www.geistige-erkenntnis-entwickeln.de/dievieräther

10. Rudolf Steiner, Michael en het mysterie van Golgotha, 20 mei l913 (uit GA 152).

11. Rudolf Steiner, Initiations-Erkenntnis. Die geistige und physische Welt- und Menschheitsentwicklung in der Vergangenheid, Gegenwart und Zukunft, vom Gesichtspunkt der Anthroposophie, GA 227, 25 augustus l923. Zie ook literatuur bij noot 12.

12. Meer hierover op de website https://tomvangelder.antrovista.com/de-ethersoorten-19m37.html

13. Meer hierover in Ernst Marti, De vier ethers. Over de etherleer van Rudolf Steiner, uitgeverij Pentagon.

De meeste voordrachtenseries (GA's) van Rudolf Steiner zijn in het Engels vertaald.

Zie www.rsarchive.org/lectures/GA

© Margarete van den Brink 2007-2025 - www.margaretevandenbrink.nl

 

naar boven