![]() |
De Esoterische Evolutie - 16De androgyne mens in oudheid en paradijsHalverwege de Lemurische tijd, de tijd die we als de paradijselijke toestand hebben leren kennen en waarover Genesis 2:8 in de bijbel spreekt, kwamen een aantal zeer ingrijpende veranderingen op gang. Veranderingen die geweldig grote gevolgen hadden op de verdergaande evolutie van mens en aarde. Welke waren dat ? Daarnaast kwam in de toenmalige dubbelgeslachtelijke, androgyne mens, een proces op gang dat er toe leidde dat er geleidelijk aan twee geslachten ontstonden, een mannelijk en een vrouwelijk. In de derde plaats kreeg door de Luciferische verzoeking, de verleiding door de slang, het boze toegang tot de mens. Dit hoofdstuk gaat over de androgyne, dubbelgeslachtelijke mens waarover in het boek Genesis van de Bijbel geschreven wordt. Inzicht in de dubbelgeslachtelijkheid maakt dat de scheiding in twee geslachten waar het volgende hoofdstuk over gaat, beter te begrijpen is. De situatie vóór de indaling van het ikVoor nu keren we terug naar de tijd in Lemurie waarin het 'zesdagenwerk' door de zeven Elohiem is afgerond, maar de indruppeling van het menselijke ik in de lichamelijke omhullingen (het astrale lichaam, het etherlichaam en het fysieke lichaam) onder leiding van Jahweh-Elohiem (Genesis 2:7) nog niet heeft plaatsgevonden. Maan en Aarde zijn nog met elkaar verbonden en de wordende mens is nog dubbelgeslachtelijk. Het is belangrijk je steeds weer te realiseren dat er in die tijd nog geen sprake was van onze tegenwoordige aardse structuur met zijn vaste, minerale bestanddelen. Alles was tot op zekere hoogte nog vloeibaar en in beweging, de temperatuur erg hoog. Er bestond nog geen vaste bodem en gesteente. Ook de botvorming in dier en mens had nog niet plaatsgevonden. De wordende mens bezat een soort luchtachtig/vloeibare/gelei-achtige vis-vogel-reptiel-vorm en bewoog zich via een soort zwemblaas zwemmend en zwevend in de nog dikke, vloeibare aardesubstantie voort. Al doende zoog hij voedsel uit de omgeving op. Longen bezat hij nog niet. Dat kon ook niet omdat de elementen lucht en water nog niet van elkaar gescheiden waren en er dus geen vrije lucht bestond.
De voedende kracht van de natuurHet vloeibare element waarin de voorouder van de mens zich voortbewoog bestond uit een eiwitrijke, melkachtige substantie. Deze melkachtige substantie – met name afkomstig uit het toenmalige plantenrijk – bevatte alle voedingsstoffen die nodig waren. Zo kreeg de wordende mens wat hij nodig had. We kunnen met recht zeggen dat de mens toentertijd dronk uit de borsten van moeder natuur. Een paradijselijke toestand. (1) Die oervoedingstoestand werd later in de tijd tot uitdrukking gebracht in het beeld van Artemis, de godin van de jacht en de vruchtbaarheid, dat in het mysteriecentrum van het oude Efese stond. Aan de voorzijde was haar lichaam bezet met een grote hoeveelheid borsten. Daarmee werd de in overvloed schenkende en voedende kracht van de natuur uitgedrukt zoals deze met name in de oertijd van de mensheid bestond. Ook in onze tijd vinden we deze voedende, melkachtige substantie nog terug. En ook nu nog speelt zij een grote rol in ons leven. We komen haar niet alleen tegen in de melkachtige sappen van oerplanten als de melkdistel en de paardenbloem. Maar ook in de moedermelk van vrouwelijke mensen en dieren die vanuit hun borsten hun pasgeborenen het voedsel geven dat ze nodig hebben. De dubbelgeslachtelijke mens en de bevruchtingZoals Genesis 1:27 zegt, droeg de voorouder van de mens - 'mannelijk-vrouwelijk' geschapen - in die paradijselijke sfeer beide geslachten nog ongedifferentieerd in zich. Ongedifferentieerd wil zeggen dat het vrouwelijke en het mannelijke element beide aanwezig waren, maar in een gemengde vorm binnenin het eigen lichaam. Daarom was de voortplanting in die tijd nog geen uiterlijk gebeuren zoals tegenwoordig, maar iets dat zich geheel en al binnenin één lichaam afspeelde. Daarom spreken we van een zelfbevruchting van binnenuit ofwel van ongeslachtelijke of maagdelijke voortplanting. (2) Deze oude vorm van voortplanting vond zoals gezegd plaats via de voeding. Wat moeten we ons daar bij voorstellen? Rudolf Steiner vertelt dat de melkachtige sappen waarmee de mensenwezens zich toentertijd voedden, op bepaalde tijden de kracht van bevruchting in zich hadden.(3) Die bepaalde tijden braken aan op het moment dat de zon en de nog in de aarde werkende maankrachten in een bepaalde verhouding tot elkaar stonden. Op zulke momenten nam een bepaald orgaan, de epifyse of pijnappelklier, die toentertijd als een soort lantaarntje uit het hoofd stak, verschillen in warmte waar en lichtte op.(4) Dat was het teken dat de bevruchtingstoestand intrad. Al 'etende' werd het wordende mensenwezen in die periode via de voedingssappen bevrucht. Bij deze ongeslachtelijke voortplanting was de geestelijke wereld in hoge mate betrokken. (5) In die bepaalde tijden, als zon en maan in een bepaalde constellatie tot elkaar stonden, kwamen hoge geestelijke wezens uit de engelenhiërarchieën over de mensen, overschaduwden hen en maakten zo dat binnen het lichaam bevruchting plaatsvond en zij hun gelijken voortbrachten. Een beeld van de ongeslachtelijke, maagdelijke voortplanting door zelfbevruchting en de rol daarbij van de geestelijke wereld vinden we terug in het oude Egypte waar verteld wordt dat de godin Isis door een zonnestraal van de godheid Osiris uit de geestelijke wereld werd bevrucht. De rol van zon en maanOok in onze tijd komen we nog resten tegen van deze oeroude wijze van bevruchting en voortplanting waar zon en maan een rol spelen. Met name bij zeedieren in warme, tropische zeeën. Op het caraïbische eiland Bonaire bijvoorbeeld, schiet het zeekoraal ieder jaar in de maand september, 7 dagen na volle maan, 3 uur na zonsondergang, massaal kuit. Ook hier dus weer het verband tussen het jaargetijde en de stand van maan en de zon, waardoor bevruchting kan plaatsvinden. De huid van de koraaldieren bevat temperatuur- en lichtgevoelige cellen die met de grootste nauwkeurigheid veranderingen in de jaargetijden, maancycli en het dag- en nachtritme waarnemen. (6) Ook bij mensen vinden we de samenhang tussen maan en vruchtbaarheid nog terug, namelijk in de cyclus van de vrouw. Net als de maancyclus (van volle maan tot de volgende volle maan) kent de ook vrouwelijke cyclus een periode van gemiddeld 28 dagen. Halverwege die periode vindt de eisprong plaats. Dat is het tijdstip waarop zij het meest vruchtbaar is. We zullen later nog meer voorbeelden tegenkomen van de samenhang tussen de zon- en maankrachten en de voortplanting. De dubbelgeslachtelijke mens meer vrouwelijk dan mannelijkIn de verborgen kennis in de oude mysterieën wist men van oudsher af van de diepe geheimen die verbonden zijn met de verhouding tussen de geslachten en de voortplanting. Zo wist men dat de dubbelgeslachtelijke mens uit de oertijd meer op een vrouw leek dan op een man. Een feit dat door Rudolf Steiner bevestigd wordt. We hebben, zei hij, bij de oorsprong van de mens te maken met een naar de vrouwelijke kant neigend, tweegeslachtelijk individu. Deze droeg zowel het bevruchtwordende als het bevruchtende element in zich. Met andere woorden: 'de vrouw' had 'de man' in zich. (7) Daardoor kon de naar vrouwelijkheid neigende mens in dat verre verleden vanbinnenuit, vanuit het eigen lichaam, bevrucht worden. Pas bij de geslachtenscheiding treedt het mannelijke geslacht tevoorschijn. Nu zullen sommigen zich afvragen: Maar de bijbel zegt toch iets heel anders? Wie Genesis 2 en 3 leest, komt de naam 'Adam' tegen. Dat wil toch zeggen dat de eerste mens mannelijk was? Het probleem zit in de vertaling van de Bijbel. Als we de verschillende bijbelvertalingen naast elkaar leggen zien we dat sommige (oudere) vertalingen het Hebreeuwse woord Een andere kijk verschaffen de officiële bijbelvertalingen van het Nederlands Bijbelgenootschap uit zowel 1951 als uit 2004/2007. Daarin blijkt de naam 'Adam' in de eerste drie hoofdstukken in het geheel niet voor te komen! Op de plaatsen waar in andere vertalingen 'Adam' staat, wordt in deze nieuwere vertalingen terecht de term 'de mens' gebruikt. Volgens de esoterische kennis en Rudolf Steiner is dat de enig juiste vertaling van het Hebreeuwse woord Met andere woorden er is in de hoofdstukken Genesis 1-3 geen sprake van een bepaalde geslachtelijkheid van 'de mens'. Zelfs in het kontakt met Eva wordt in ongeslachtelijke termen gesproken over 'de mens'. Pas in Genesis 4:1 en later in Genesis 4:25, als er sprake is van geslachtsgemeenschap met Eva, wordt de naam Adam gebruikt. 'Adam had weer gemeenschap met zijn vrouw...' (Genesis 4:25). Maar, zoals het woord 'gemeenschap' al aangeeft, zijn we dan inmiddels al aangekomen in de tijd waarin de scheiding in de geslachten aan de gang is en de bevruchting van buitenaf plaatsvindt. Vandaar dat pas hier het mannelijke geslacht optreedt onder de naam 'Adam', de man die Eva zwanger maakt. De eenvormigheid van de nakomelingenHet is belangrijk te weten dat er in de tijd vóór de scheiding in de geslachten, toen de wordende mens zich nog op een ongeslachtelijke, maagdelijke wijze voortplantte, nog geen verschillen tussen mensen bestonden. Zoals Rudolf Steiner al zei, ze brachten 'hun gelijken' voort. Dat wil zeggen dat de nakomelingen van de dubbelgeslachtelijke mensen sprekend op elkaar leken, eenvormig waren, en qua uiterlijk naar het vrouwelijke neigden. Ze leken niet alleen op elkaar maar ook op hun voorouders. Tot in het karakter toe. (8) Met andere woorden er bestond in die tijd nog niet zoiets als een genetische diversiteit of individuele verscheidenheid. Dat ontstond pas na de scheiding in de geslachten. Toch vond er afhankelijk van de plek waar de voorouder van de mens zich bevond door invloeden uit de omgeving, dus van buitenaf, een heel lichte vorm van verschillendheid plaats. Dat was mogelijk omdat toentertijd de zachte, weke lichamelijkheid zeer ontvankelijk was voor wat uit de omgeving naar haar toe kwam. Toen de lichamelijkheid en de algemene sfeer door de toenemende verharding dichter werd en de wordende mens daardoor meer afgesloten raakte van de omgeving, hield dit echter op. Het was duidelijk: wilde het individuele, het eigene van de mens zich kunnen ontplooien - voorwaarde om in de toekomst een geestelijk zelfbewust mens te worden - dan was er nog wat anders nodig. Een eigen ik bijvoorbeeld én, zoals we nog zullen zien, een gescheiden mannelijk en vrouwelijk geslacht. Dubbelgeslachtelijke dierenOok van de dubbelgeslachtelijkheid en de maagdelijke voortplanting vinden we in de dierenwereld overblijfselen terug. Ook bij hen is het zo dat hun dubbelgeslachtelijke nakomelingen 'huns gelijken' voortbrengen die iets vrouwelijks hebben dat het mannelijke nog in zich heeft. Voorbeelden daarvan zijn de indische wandelende tak, sommige kevers en bladluizen, maar ook sommige hagedissen, salamanders en slangen. (9)
De reden dat zij dubbelgeslachtelijk zijn ligt daarin dat de voorouders van deze evolutionair gezien lagere dieren zich in de oertijd uit de wereldlichamelijkheid losgemaakt hebben nog vóórdat de scheiding in de geslachten goed en wel plaats had. Het is in dit verband interessant te weten dat dubbelgeslachtelijkheid in bovengenoemde zin niet gangbaar voorkomt bij de (hogere) zoogdieren. Hooguit als toevallige uitzondering. Logisch als we beseffen dat zij zich evolutionair pas ontwikkelden ná de scheiding in de geslachten. Bronnen(1) Genesis. Een spirituele visie op de vroegere geschiedenis. Emil Bock en M.W. In 't Veld, Uitgeverij Kamerling. (2) De Akashakroniek. De ontwikkeling van mens en aarde. Rudolf Steiner, Uitgeverij Pentagon. (3) Geisteswissenschaftliche Menschenkunde, Rudolf Steiner. GA 107. (4) Welt, Erde und Mensch, deren Wesen und Entwickelung sowie ihre Spiegelung in dem Zusammenhang zwischen ägyptischem Mythos und gegenwärtiger Kultur, Rudolf Steiner. GA 105. (5) Mythen und Sagen. Okkulte Zeichen und Symbole, Rudolf Steiner. GA 101. (6) Zie http://www.beautiful-bonaire.nl (7) Die Tempellegende und die Goldene Legende als symbolischer Ausdruck vergangener und zukünftiger Entwickelungsgeheimnisse des Menschen. Rudolf Steiner. GA 93. Zie voor de engelse vertaling: www.rsarchive.org © Margarete van den Brink 2007-2025 - www.margaretevandenbrink.nl
|